Zwemmen (zwemmen)

Zwemmen (zwemmen)

Leer het werkwoord "zwemmen" te vervoegen in het Nederlands: tegenwoordige tijd, onvoltooid tegenwoordige wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Zwemmen (zwemmen)

Lesprogramma: Nederlandse les - Sport en beweging (Sport en beweging)

Vervoeging van zwemmen in Onvoltooid Tegenwoordige Tijd (OTT)

Nederlands Nederlands
(ik) zwem (ik) zwem
(jij) zwemt / zwem jij (jij) zwemt / zwem jij
(hij/zij/het) zwemt (hij/zij/het) zwemt
(wij) zwemmen (wij) zwemmen
(jullie) zwemmen (jullie) zwemmen
(zij) zwemmen (zij) zwemmen