Dodawać (toevoegen) - Czas teraźniejszy, tryb oznajmujący (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs) Delen Gekopieerd!
Dodawać - Werkwoordvervoeging van toevoegen in het Pools: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, aanvoegende wijs (Czas teraźniejszy, tryb oznajmujący).
Czas teraźniejszy, tryb oznajmujący (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Dodawać (toevoegen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Syllabus: Poolse les - Liczby i liczenie (Cijfers en tellen)
Tegenwoordige tijd van toevoegen
| Pools | Nederlands |
|---|---|
| (ja) dodaję | ik voeg toe |
| (ty) dodajesz | jij voegt toe |
| (on/ona/ono) dodaje | hij/zij/het voegt toe |
| (my) dodajemy | wij voegen toe |
| (wy) dodajecie | jullie voegen toe |
| (oni/one) dodają | zij voegen toe |
Voorbeeldzinnen
| Pools | Nederlands |
|---|---|
| Ja dodaję dziesięć do pięciu. | Ik tel tien bij vijf op. |
| Ty dodajesz dwa do trzech liczb. | Jij telt twee tot drie getallen bij elkaar op. |
| On dodaje jeden do dziewięciu. | Hij voegt één toe aan negen. |
| My dodajemy liczby od jednego do dziesięciu. | Wij voegen de getallen van één tot en met tien toe. |
| Wy dodajecie cztery i sześć razem. | Jullie voegen vier en zes samen toe. |
| Oni dodają liczby w dziesięć minut. | Ze voegen getallen in tien minuten toe. |