Dzwonić (bellen)

Vervoeging van dzwonić (bellen) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.

Dzwonić (bellen)

Leermaterialen die dit werkwoord implementeren:

Categorie: a1

Module 4: Opisywanie przedmiotów i osób (Objecten en mensen beschrijven)

Les 30: Choroba i ból (Ziekte en pijn)

Werkwoordsvormen

Tryb oznajmujący (Indicatieve wijs)

Czas teraźniejszy 

Pools Nederlands

Czas przeszły 

Pools Nederlands

Czas przyszły 

Pools Nederlands
Tryby warunkowe (Voorwaardelijke wijs)

Tryb warunkowy 

Pools Nederlands
Tryb rozkazujący (Gebiedende wijs)

Tryb rozkazujący 

Pools Nederlands