Myć (wassen)

Vervoeging van myć (wassen) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.

Myć (wassen)

Leermaterialen die dit werkwoord implementeren:

Categorie: a1

Module 5: W domu (Thuis)

Les 34: Sprzęt AGD (Huishoudelijke apparaten)

Werkwoordsvormen

Tryb oznajmujący (Indicatieve wijs)

Czas teraźniejszy 

Pools Nederlands
(ja) myję ik was
(ty) myjesz jij wast
(on/ona/ono) myje hij/zij/het wast
(my) myjemy wij wassen
(wy) myjecie jullie wassen
(oni/one) myją zij wassen

Czas przeszły 

Pools Nederlands

Czas przyszły 

Pools Nederlands
Tryby warunkowe (Voorwaardelijke wijs)

Tryb warunkowy 

Pools Nederlands
Tryb rozkazujący (Gebiedende wijs)

Tryb rozkazujący 

Pools Nederlands