Przedstawić się (zich voorstellen) - Czas teraźniejszy, tryb oznajmujący (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

 Przedstawić się (zich voorstellen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Przedstawić się - Verbuiging van Zich voorstellen in het Pools: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, aanvoegende wijs (Czas teraźniejszy, tryb oznajmujący).

Czas teraźniejszy, tryb oznajmujący (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Przedstawić się (zich voorstellen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Syllabus: Poolse les - Podawanie swojego imienia (Je naam zeggen)

Verbuiging van zich voorstellen in tegenwoordige tijd

Pools Nederlands
(ja) przedstawiam się ik stel me voor
(ty) przedstawiasz się jij stelt je voor
(on/ona/ono) przedstawia się hij/zij/het stelt zich voor
(my) przedstawiamy się wij stellen ons voor
(wy) przedstawiacie się jullie stellen je voor
(oni/one) przedstawiają się zij stellen zich voor

Voorbeeldzinnen

Pools Nederlands
Przedstawiam się, mam na imię Adam. Ik stel me voor, mijn naam is Adam.
Przedstawiasz się dobrze, proszę kontynuuj. Je stelt jezelf goed voor, ga alsjeblieft door.
On przedstawia się zawsze jasno i wyraźnie. Hij stelt zich altijd duidelijk en helder voor.
My przedstawiamy się na początku spotkania. Wij stellen ons aan het begin van de vergadering voor.
Wy przedstawiającie się na rozpoczęcie kursu. Jullie stellen je voor bij aanvang van de cursus.
Oni przedstawiają się jako nowi uczniowie. Zij stellen zich voor als nieuwe leerlingen.