Widzieć (zien)

Widzieć (zien)

Leer het werkwoord "zien" te vervoegen in het Pools: tegenwoordige tijd, aantonende wijs

Czas teraźniejszy, tryb oznajmujący (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Widzieć (zien)

Syllabus: Poolse les - Zmysły i postrzeganie (Zintuigen en waarnemen)

vervoeging van zien in de tegenwoordige tijd

Pools Nederlands
(ja) widzę ik zie
(ty) widzisz jij ziet
(on/ona/ono) widzi hij/zij/het ziet
(my) widzimy wij zien
(wy) widzicie jullie zien
(oni/one) widzą zij zien