Zapraszać (uitnodigen) Delen Gekopieerd!
Vervoeging van zapraszać (uitnodigen) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.
Leermaterialen die dit werkwoord implementeren:
Categorie: a1
Module 6: Miasto i wieś (De stad en het dorp)
Les 44: Piątkowy wieczór na mieście (Vrijdagavond uit)
Werkwoordsvormen
| Tryb oznajmujący (Indicatieve wijs) | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Czas teraźniejszyDelen Gekopieerd!
|
Czas przeszłyDelen Gekopieerd!
|
Czas przyszłyDelen Gekopieerd!
|
||||||
| Tryby warunkowe (Voorwaardelijke wijs) | ||
|---|---|---|
Tryb warunkowyDelen Gekopieerd!
|
| Tryb rozkazujący (Gebiedende wijs) | ||
|---|---|---|
Tryb rozkazującyDelen Gekopieerd!
|