Oefening 1: Woordbingo

Instructie: 1. Luister minimaal twee keer naar de video en geef de woorden aan die je hoort. 2. Gebruik de woorden om een gesprek te vormen met je docent (schrijf je gesprek op). 3. Memoriseer de woorden met de woordentrainer.

Woord Vertaling
alegres vrolijk
extrovertidos extravert
que les gusta colaborar die graag samenwerken
amables vriendelijk
los mejores de beste
abiertas open
empáticos empathisch
nobles edel

Oefening 2: Tekst

Instructie: 1. Lees de tekst in tweetallen. 2. Leer de zinnen uit het hoofd door de vertaling af te dekken.

Descubre cómo se describen los españoles.

Ontdek hoe de Spanjaarden zichzelf beschrijven.
Los españoles son personas alegres y extrovertidas. (Spanjaarden zijn vrolijke en extraverte mensen.)
Los españoles son muy caritativos y les gusta colaborar. (Spanjaarden zijn zeer liefdadig en helpen graag mee.)
Les gusta ayudar y ser cercanos. (Ze helpen graag en zijn dichtbij.)
Se describen como personas muy abiertas y espontáneas. (Ze beschrijven zichzelf als zeer open en spontaan.)
Les gusta la fiesta y vivir bien. (Ze houden van feesten en lekker leven.)
Son los más empáticos, proactivos y generosos. (Ze zijn het meest empathisch, proactief en genereus.)
Los españoles son atrevidos y nobles. (Spanjaarden zijn gedurfd en nobel.)
Tienen un don para buscar soluciones y seguir adelante. (Ze hebben een gave om oplossingen te vinden en door te gaan.)

Oefening 3: Vragen over de tekst

Instructie: Lees de bovenstaande tekst en kies het juiste antwoord.

1. ¿Cómo son los españoles según el texto?

(Hoe zijn de Spanjaarden volgens de tekst?)

2. ¿Qué característica NO mencionan sobre los españoles?

(Welke eigenschap wordt NIET genoemd over de Spanjaarden?)

3. ¿Qué les gusta a los españoles según el texto?

(Wat vinden de Spanjaarden leuk volgens de tekst?)

4. ¿Cómo se describen los españoles en cuanto a su personalidad?

(Hoe beschrijven de Spanjaarden zichzelf wat betreft hun persoonlijkheid?)

Oefening 4: Openingsvragen voor gesprekken

Instructie: Bespreek de volgende vragen met je leraar met behulp van de woordenschat uit deze les, en schrijf je antwoorden op.

  1. ¿Qué características tiene una persona abierta?
  2. Welke kenmerken heeft een open persoon?
  3. ¿Cómo describirías a una persona generosa? ¿Conoces a alguien así?
  4. Hoe zou je een gul persoon beschrijven? Ken je zo iemand?
  5. ¿Por qué es bueno ser proactivo y buscar soluciones?
  6. Waarom is het goed om proactief te zijn en oplossingen te zoeken?
  7. ¿Qué actividades te gustan para ser más sociable y extrovertido?
  8. Welke activiteiten vind je leuk om socialer en extraverter te zijn?