Descubre cómo utilizar el círculo cromático para combinar colores.
Ontdek hoe je het kleurenwiel kunt gebruiken om kleuren te combineren.

Oefening 1: Woordbingo

Instructie: 1. Luister minimaal twee keer naar de video en geef de woorden aan die je hoort. 2. Gebruik de woorden om een gesprek te vormen met je docent (schrijf je gesprek op). 3. Memoriseer de woorden met de woordentrainer.

Woord Vertaling
combinar colores kleur combineren
monocolor eenkleurig
los tonos de tinten
el azul het blauw
el verde het groen
colores complementarios complementaire kleuren
el marrón het bruin

Oefening 2: Tekst

Instructie: 1. Lees de tekst in tweetallen. 2. Leer de zinnen uit het hoofd door de vertaling af te dekken.

El texto explica cómo combinar colores: un solo color, colores análogos, complementarios y complementarios divididos.

De tekst legt uit hoe je kleuren kunt combineren: een enkele kleur, analoge kleuren, complementaire kleuren en gesplitste complementaire kleuren.
Cuatro reglas que te pueden ayudar a combinar colores. (Vier regels die je kunnen helpen kleuren te combineren.)
La primera regla es el monocolor: usar distintos tonos de un mismo color. (De eerste regel is monochroom: gebruik verschillende tinten van dezelfde kleur.)
La segunda regla es la combinación análoga: usar dos colores que están juntos en el círculo cromático. (De tweede regel is de analoge combinatie: gebruik twee kleuren die naast elkaar liggen op de kleurenwiel.)
Por ejemplo, azul y verde son colores análogos. (Bijvoorbeeld, blauw en groen zijn analoge kleuren.)
La tercera regla es combinar colores complementarios: son colores que están opuestos en el círculo cromático. (De derde regel is het combineren van complementaire kleuren: dit zijn kleuren die tegenover elkaar liggen op de kleurenwiel.)
Por ejemplo, azul y naranja son colores complementarios. (Bijvoorbeeld, blauw en oranje zijn complementaire kleuren.)
La cuarta regla es la combinación división complementaria: usar tres colores que están opuestos en el círculo cromático. (De vierde regel is de complementaire splitsing combinatie: gebruik drie kleuren die tegenover elkaar liggen op de kleurenwiel.)

Oefening 3: Vragen over de tekst

Instructie: Lees de bovenstaande tekst en kies het juiste antwoord.

1. ¿Qué significa la regla monocolor según el texto?

(Wat betekent de monochrome regel volgens de tekst?)

2. Según el ejemplo del texto, ¿cuáles son colores análogos?

(Volgens het voorbeeld in de tekst, welke kleuren zijn analoog?)

3. ¿Qué colores son complementarios según la explicación del texto?

(Welke kleuren zijn complementair volgens de uitleg in de tekst?)

4. ¿Qué describe la cuarta regla de combinación de colores?

(Wat beschrijft de vierde regel voor kleurencombinatie?)

Oefening 4: Openingsvragen voor gesprekken

Instructie: Bespreek de volgende vragen met je leraar met behulp van de woordenschat uit deze les, en schrijf je antwoorden op.

  1. ¿Cuál es tu color favorito y por qué?
  2. Wat is je lievelingskleur en waarom?
  3. ¿Puedes dar un ejemplo de una combinación análoga con colores que te gusten?
  4. Kun je een voorbeeld geven van een analoge combinatie met kleuren die je mooi vindt?
  5. ¿Prefieres usar colores complementarios o monocolores en tu ropa? ¿Por qué?
  6. Gebruik je liever complementaire kleuren of monochrome kleuren in je kleding? Waarom?
  7. Describe un objeto común y menciona sus colores usando las reglas de combinación del texto.
  8. Beschrijf een gewoon voorwerp en noem de kleuren ervan volgens de combinatieregels uit de tekst.