Oefening 1: Woordbingo
Instructie: 1. Luister minimaal twee keer naar de video en geef de woorden aan die je hoort. 2. Gebruik de woorden om een gesprek te vormen met je docent (schrijf je gesprek op). 3. Memoriseer de woorden met de woordentrainer.
Woord | Vertaling |
---|---|
recojo | ik ruim op |
limpio | ik maak schoon |
el fregadero de la cocina | de gootsteen van de keuken |
el lavavajillas | de vaatwasser |
lavar la ropa | kleren wassen |
pongo la lavadora | de wasmachine aanzetten |
la limpieza | de schoonmaak |
el lavabo | de wastafel |
el WC | het toilet |
el robot aspirador | de robotstofzuiger |
Oefening 2: Tekst
Instructie: 1. Lees de tekst in tweetallen. 2. Leer de zinnen uit het hoofd door de vertaling af te dekken.
Este texto habla de una rutina de limpieza diaria en casa.
No tengo la casa perfecta, pero con esta rutina la mantengo ordenada. | (Ik heb geen perfect huis, maar met deze routine houd ik het netjes.) |
Ventilo todas las habitaciones, recojo y coloco lo que hay en medio. | (Ik ventileer alle kamers, ruim op en zet alles wat in de weg staat weg.) |
Limpio las superficies que usamos más, como el fregadero de la cocina. | (Ik maak de oppervlakken schoon die we het meest gebruiken, zoals de gootsteen in de keuken.) |
Coloco los platos en el lavavajillas y meto los platos del desayuno. | (Ik zet de borden in de vaatwasser en zet de ontbijtborden erin.) |
Compruebo si necesito lavar ropa y pongo una lavadora. | (Ik controleer of ik kleding moet wassen en start een wasmachine.) |
Después de ventilar media hora, hago la cama. | (Na een half uur te hebben geventileerd, maak ik het bed op.) |
Hago una limpieza rápida del lavabo y del wc. | (Ik maak snel de wastafel en het toilet schoon.) |
Mi niña y yo ordenamos su cuarto. | (Mijn dochter en ik ruimen haar kamer op.) |
Ahora solo queda poner el robot aspirador, relajarme un poco y empezar a trabajar. | (Nu hoef ik alleen nog de robotstofzuiger aan te zetten, even te ontspannen en te beginnen met werken.) |
Oefening 3: Vragen over de tekst
Instructie: Lees de bovenstaande tekst en kies het juiste antwoord.
1. ¿Qué hace con las habitaciones al comenzar la rutina?
(Wat doet hij/zij met de kamers aan het begin van de routine?)2. Según el texto, ¿qué limpia en la cocina?
(Volgens de tekst, wat reinigt hij/zij in de keuken?)3. Después de ventilar media hora, ¿qué hace?
(Na een half uur te hebben geventileerd, wat doet hij/zij dan?)4. ¿Con quién ordena el cuarto?
(Met wie ruimt hij/zij de kamer op?)Oefening 4: Openingsvragen voor gesprekken
Instructie: Bespreek de volgende vragen met je leraar met behulp van de woordenschat uit deze les, en schrijf je antwoorden op.
- ¿Qué aparatos eléctricos usas en tu rutina diaria de limpieza?
- ¿Cómo sueles organizar las habitaciones de tu casa?
- ¿Qué haces con la ropa sucia en tu casa?
- Después de limpiar, ¿qué actividades haces para relajarte o seguir con tu día?
Oefening 5: Oefening in context
Instructie: Elige un producto que te interese y descríbelo indicando su tamaño, color, funciones y dónde lo colocarías en casa.