Aprender (leren)

Aprender (leren)

Leer het werkwoord "leren" vervoegen in het Spaans: onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs

Pretérito indefinido, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Aprender (leren)

Lesprogramma: Spaanse les - Clases de pasatiempos (Hobbylessen)

Verbuiging van aprender in Pretérito indefinido

Spaans Nederlands
(yo) aprendí ik leerde
(tú) aprendiste jij leerde
(él/ella) aprendió hij/zij leerde
(nosotros/nosotras) aprendimos wij leerden
(vosotros/vosotras) aprendisteis jullie leerden
(ellos/ellas) aprendieron zij leerden