A2.23: Hobbylessen

Clases de hobbies

Leer Spaans over hobbycursussen en dagelijkse situaties in Madrid. Oefen met voorzetsels "desde" en "hasta", dialogen over inschrijven en lesuren, en belangrijke werkwoordsvormen in het verleden. Handige voorbeelden en uitleg voor A2-leerlingen.

Luister- en leesmateriaal

Oefen woordenschat in context met echte materialen.

A2.23.1 Cuento corto

Conoce a Mama Pottery

Maak kennis met Mama Pottery


A2.23.2 Cultura

¿Dónde viven los españoles: en casas o pisos?

Waar wonen de Spanjaarden: in huizen of appartementen?


Woordenschat (17)

 Divertirse (zich amuseren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Divertirse

Show

Zich amuseren Show

 Aprender (leren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Aprender

Show

Leren Show

 Asistir (assisteren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Asistir

Show

Assisteren Show

 Tener clases de: Les hebben in (Spaans)

Tener clases de

Show

Les hebben in Show

 Hacer un curso: Een cursus volgen (Spaans)

Hacer un curso

Show

Een cursus volgen Show

 El hobby: De hobby (Spaans)

El hobby

Show

De hobby Show

 La afición: de hobby (Spaans)

La afición

Show

De hobby Show

 El fotógrafo: de fotograaf (Spaans)

El fotógrafo

Show

De fotograaf Show

 El programa del curso: Het cursusprogramma (Spaans)

El programa del curso

Show

Het cursusprogramma Show

 El taller: De werkplaats (Spaans)

El taller

Show

De werkplaats Show

 El instructor: De instructeur (Spaans)

El instructor

Show

De instructeur Show

 La sesión: De sessie (Spaans)

La sesión

Show

De sessie Show

 La escuela de idiomas: de talenschool (Spaans)

La escuela de idiomas

Show

De talenschool Show

 La academia de música: de muziekschool (Spaans)

La academia de música

Show

De muziekschool Show

 Apuntarse (aanmelden) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Apuntarse

Show

Aanmelden Show

 La academia de idiomas: de taalschool (Spaans)

La academia de idiomas

Show

De taalschool Show

 La cámara de fotos: de fotocamera (Spaans)

La cámara de fotos

Show

De fotocamera Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

Divertirse


Zich amuseren

2

El fotógrafo


De fotograaf

3

Asistir


Assisteren

4

La escuela de idiomas


De talenschool

5

El instructor


De instructeur

Ejercicio 2: Gespreksoefening

Instrucción:

  1. Beschrijf de activiteiten op de foto's. (Beschrijf de activiteiten op de foto's.)
  2. Welke hobbycursussen of workshops heb je in het verleden gevolgd? (Welke hobbycursussen of workshops heb je in het verleden gevolgd?)
  3. Volg je momenteel een hobbycursus? (Volg je momenteel een hobbycursus?)
  4. Heb je nog plannen? (Heb je plannen?)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Toco la guitarra y me gusta bailar.

Ik speel gitaar en ik hou van dansen.

Me encanta jugar a videojuegos.

Ik hou van videospelletjes spelen.

Estoy tomando clases de baile todos los viernes.

Ik volg elke vrijdag danslessen.

Tomé clases de yoga durante unos años en mis veintes.

In mijn twintiger jaren volgde ik een paar jaar yogalessen.

Asistiré a un taller de pintura en 2 semanas.

Ik ga over 2 weken naar een schilderworkshop.

Una vez al mes hago excursiones con dos amigos.

Eens per maand ga ik op excursie met twee vrienden.

...

Oefening 3: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 4: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. Yo ______ mucho en la academia de idiomas el mes pasado.

(Ik ______ veel geleerd bij de taalschool vorige maand.)

2. ¿________ el programa del curso antes de inscribirte?

(Heb je het cursusprogramma bekeken voordat je je ______?)

3. Nos ______ en la academia de música para mejorar nuestro hobby.

(We ______ ons ingeschreven bij de muziekschool om onze hobby te verbeteren.)

4. Ellos ______ con el instructor desde la primera sesión hasta la última.

(Zij ______ met de instructeur vanaf de eerste tot de laatste sessie.)

Oefening 5: Soortgelijke hobby's

Instructie:

Elena (Consultar - Pretérito perfecto) consultado con su amiga sobre dónde (Inscribirse - Infinitivo) para aprender fotografía. Ella (Aprender - Pretérito indefinido) sobre una academia de idiomas que también ofrece talleres divertidos. Nosotros (Inscribirse - Pretérito perfecto) inscrito en el taller de fotografía, que es desde las 10:00 hasta las 12:00. Tú (Aprender - Pretérito indefinido) mucho en esa primera sesión y te (Divertirse - Pretérito perfecto) divertido mucho con el instructor.


Elena heeft geraadpleegd met haar vriendin over waar ze zich kan inschrijven om fotografie te leren. Zij leerde over een talenacademie die ook leuke workshops aanbiedt. Wij hebben ons ingeschreven voor de fotografieworkshop, die is van 10:00 tot 12:00. Jij leerde veel in die eerste sessie en je hebt veel plezier gehad met de instructeur.

Werkwoordschema's

Aprender - Aprender

Pretérito indefinido

  • yo aprendí
  • tú aprendiste
  • él/ella/Ud. aprendió
  • nosotros aprendimos
  • vosotros aprendisteis
  • ellos/ellas/Uds. aprendieron

Consultar - Consultar

Pretérito perfecto

  • yo he consultado
  • tú has consultado
  • él/ella/Ud. ha consultado
  • nosotros hemos consultado
  • vosotros habéis consultado
  • ellos/ellas/Uds. han consultado

Inscribirse - Inscribirse

Pretérito perfecto

  • yo me he inscrito
  • tú te has inscrito
  • él/ella/Ud. se ha inscrito
  • nosotros nos hemos inscrito
  • vosotros os habéis inscrito
  • ellos/ellas/Uds. se han inscrito

Divertirse - Divertirse

Pretérito perfecto

  • yo me he divertido
  • tú te has divertido
  • él/ella/Ud. se ha divertido
  • nosotros nos hemos divertido
  • vosotros os habéis divertido
  • ellos/ellas/Uds. se han divertido

Oefening 6: Las preposiciones: "Desde" y "Hasta"

Instructie: Vul het juiste woord in.

Grammatica: De voorzetsels: "Desde" en "Hasta"

Toon vertaling Toon antwoorden

hasta, desde, Desde

1. Punto final:
: Viviré en Valencia ... el final de este mes.
(Ik zal tot het einde van deze maand in Valencia wonen.)
2. Punto final:
: El museo está abierto ... las ocho de la tarde.
(Het museum is open tot acht uur 's avonds.)
3. Punto de inicio:
... que empecé el taller, aprendí mucho.
(Sinds ik met de workshop ben begonnen, heb ik veel geleerd.)
4. Duración:
: El evento durará ... las 8 de la mañana ... las 4 de la tarde.
(Het evenement duurt van 8 uur 's ochtends tot 4 uur 's middags.)
5. Punto final:
Puedes practicar la guitarra ... la sesión final del curso.
(Je kunt gitaar oefenen tot de laatste sessie van de cursus.)
6. Duración:
: El taller organiza todo, ... la inscripción ... la sesión final.
(De workshop organiseert alles, van inschrijving tot aan de laatste sessie.)
7. Punto de inicio:
: Estudio inglés ... hace dos años.
(Ik studeer al twee jaar Engels.)
8. Punto final:
: Tengo clases ... el viernes pero el sábado estoy libre.
(Ik heb les tot en met vrijdag, maar zaterdag ben ik vrij.)

Grammatica

We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!

A2.23.3 Gramática

Las preposiciones: "Desde" y "Hasta"

De voorzetsels: "Desde" en "Hasta"


Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les

Aprender leren

Pretérito indefinido

Spaans Nederlands
(yo) aprendí ik leerde
(tú) aprendiste jij leerde
(él/ella) aprendió hij/zij leerde
(nosotros/nosotras) aprendimos wij leerden
(vosotros/vosotras) aprendisteis jullie leerden
(ellos/ellas) aprendieron zij leerden

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Consultar raadplegen

Pretérito perfecto

Spaans Nederlands
(yo) he consultado ik heb geraadpleegd
(tú) has consultado jij hebt geraadpleegd
(él/ella) ha consultado hij/zij heeft geraadpleegd
(nosotros/nosotras) hemos consultado wij hebben geraadpleegd
(vosotros/vosotras) habéis consultado jullie hebben geraadpleegd
(ellos/ellas) han consultado zij hebben geraadpleegd

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Inscribirse zich inschrijven

Pretérito perfecto

Spaans Nederlands
(yo) me he inscrito ik heb me ingeschreven
(tú) te has inscrito jij hebt je ingeschreven
(él/ella) se ha inscrito hij/zij heeft zich ingeschreven
(nosotros/nosotras) nos hemos inscrito wij hebben ons ingeschreven
(vosotros/vosotras) os habéis inscrito jullie hebben je ingeschreven
(ellos/ellas) se han inscrito zij hebben zich ingeschreven

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Spaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Hobbycursussen in Madrid: ontdekken en leren

Deze les richt zich op praktische Nederlandse voorbeelden om Spaans te leren over hobby's, hobbycursussen en dagelijkse spreektaal in Madrid. Je zult thema's als wonen: huizen versus appartementen, en het juiste gebruik van de Spaanse voorzetsels "desde" en "hasta" onderzoeken. Dit zijn belangrijke woorden om tijdstippen en ruimte aan te geven, zoals je in lessen en gesprekken over hobby’s vaak tegenkomt.

Wat leer je in deze les?

  • Het verschil tussen wonen in een casa (huis) en een piso (appartement).
  • Het juist gebruiken van de voorzetsels desde (vanaf) en hasta (tot), bijvoorbeeld bij het aangeven van lesuren: desde las 18:00 hasta las 20:00.
  • Dialogen om informatie te vragen en geven over cursussen zoals gitaar, dans en fotografie, met voorbeelden van vragen over tijden, tarieven en inschrijving.

Belangrijke lessen in de dialogen

Je oefent gesprekken die je helpen om je in dagelijkse situaties duidelijk te maken. Bijvoorbeeld, hoe je vraagt: ¿Dónde serán las clases? (Waar zullen de lessen zijn?) of ¿Cuál es el precio? (Wat is de prijs?). Deze uitdrukkingen zijn essentieel voor het regelen van hobbyactiviteiten en lidmaatschappen.

Werkwoordsvormen en voorbeelden

De les behandelt ook praktische werkwoorden in het Spaans in de verleden tijd (pretérito perfecto en indefinido), zoals apuntarse (zich inschrijven), consultar (raadplegen) en inscribirse (zich aanmelden). Bijvoorbeeld: "Me apunté a la academia" betekent "Ik heb me ingeschreven bij de academie".

Verschillen met het Nederlands

In tegenstelling tot het Nederlands, gebruikt het Spaans aparte werkwoordsvormen om het aspect van de handeling uit te drukken: bijvoorbeeld het verschil tussen pretérito perfecto (onvoltooid verleden) en pretérito indefinido (voltooid verleden). Het voorzetsel desde betekent "vanaf" en focusseert op het beginpunt van een periode, terwijl hasta "tot" aanduidt als eindpunt. In het Nederlands gebruik je vaak alleen "van" en "tot". Verder wordt in het Spaans vaak expliciet gevraagd naar tijden en prijzen met vaste uitdrukkingen zoals ¿Cuándo te gustaría empezar? (Wanneer zou je willen beginnen?).

Handige uitdrukkingen:
¿Dónde estarán las clases? - Waar zullen de lessen zijn?
Desde las seis hasta las ocho - Van zes tot acht uur
Me inscribí en el curso - Ik heb me ingeschreven voor de cursus.
¿Cuánto cuesta? - Hoeveel kost het?

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏