Bailar (dansen)

Bailar (dansen)

Leer het werkwoord "dansen" te vervoegen in het Spaans: voltooid tegenwoordige tijd, indicatief.

Pretérito perfecto, indicativo (Voltooid tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Bailar (dansen)

Lesprogramma: Spaanse les - Viernes por la noche (Vrijdagavond uit)

Vervoeging van bailar in Pretérito perfecto

Spaans Nederlands
(yo) he bailado ik heb gedanst
(tú) has bailado jij hebt gedanst
(él/ella) ha bailado hij/zij heeft gedanst
(nosotros/nosotras) hemos bailado wij hebben gedanst
(vosotros/vosotras) habéis bailado jullie hebben gedanst
(ellos/ellas) han bailado zij hebben gedanst