Ontdek hoe je in het Spaans voorkeuren uitdrukt met belangrijke werkwoorden zoals preferir (verkiezen), encantar (dol zijn op) en gustar (leuk vinden). Leer nuttige woorden zoals cine (bioscoop), teatro (theater), museum en concierto (concert) om je vrijdagavondplannen te bespreken.
Luister- en leesmateriaal
Oefen woordenschat in context met echte materialen.
Woordenschat (9) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Zinnen herschikken
Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.
Oefening 2: Een woord matchen
Instructie: Kom de vertalingen overeen
Oefening 3: Clusteren van woorden
Instructie: Classificeer deze woorden in twee groepen op basis van of ze het hebben over types evenementen of over acties om 's avonds van te genieten.
Tipos de evento
Acciones para salir y disfrutar
Ejercicio 4: Gespreksoefening
Instrucción:
- Beschrijf je avondactiviteit. (Beschrijf je avondactiviteit.)
- Vraag elkaar welke culturele activiteit ze prefereren. (Vraag elkaar welke culturele activiteit ze verkiezen.)
- Nodig iemand uit voor je evenement. (Nodig iemand uit voor je evenement.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Voy a un concierto el próximo viernes. Ik ga volgende vrijdag naar een concert. |
Me encanta ir al cine. Ik ga graag naar de bioscoop. |
¿Quieres venir conmigo al concierto? Wil je met me mee naar het concert? |
Quiero salir a bailar esta noche. Ik wil vanavond gaan dansen. |
¿Te apetece hacer karaoke esta noche? Heb je zin in karaoke vanavond? |
¿Quieres ver el espectáculo en la ciudad conmigo? Wil je met me naar de show in de stad? |
... |
Oefening 5: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 6: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Yo siempre ______ salir con mis amigos los viernes por la noche.
(Ik ______ er altijd de voorkeur aan om op vrijdagavond met mijn vrienden uit te gaan.)2. ¿Te ______ ir al concierto que hay en el teatro esta noche?
(Vind je het ______ om naar het concert te gaan dat vanavond in het theater is?)3. Mis amigos y yo ______ después del espectáculo.
(Mijn vrienden en ik ______ na de voorstelling.)4. El artista ______ encantado a todos con su actuación esta noche.
(De artiest ______ iedereen betoverd met zijn optreden vanavond.)Oefening 7: Vrijdagavond
Instructie:
Werkwoordschema's
Preferir - Preferir
Pretérito perfecto
- yo he preferido
- tú has preferido
- él/ella/usted ha preferido
- nosotros hemos preferido
- vosotros habéis preferido
- ellos/ellas/ustedes han preferido
Salir - Salir
Pretérito perfecto
- yo he salido
- tú has salido
- él/ella/usted ha salido
- nosotros hemos salido
- vosotros habéis salido
- ellos/ellas/ustedes han salido
Encantar - Encantar
Presente
- yo encanto
- tú encantas
- él/ella/usted encanta
- nosotros encantamos
- vosotros encantáis
- ellos/ellas/ustedes encantan
Bailar - Bailar
Presente
- yo bailo
- tú bailas
- él/ella/usted baila
- nosotros bailamos
- vosotros bailáis
- ellos/ellas/ustedes bailan
Oefening 8: Describir preferencias: "Preferir, Encantar, Gustar"
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: Voorkeuren beschrijven: "Preferir, Encantar, Gustar"
Toon vertaling Toon antwoordentampoco, amáis, odian, también, Prefiero, no, preferimos
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
A1.44.2 Gramática
Describir preferencias: "Preferir, Encantar, Gustar"
Voorkeuren beschrijven: "Preferir, Encantar, Gustar"
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Preferir verkiezen Delen Gekopieerd!
Pretérito perfecto
Spaans | Nederlands |
---|---|
(yo) he preferido | ik heb verkiezen |
(tú) has preferido | jij hebt verkozen |
(él/ella) ha preferido | hij/zij heeft verkozen |
(nosotros/nosotras) hemos preferido | wij hebben verkozen |
(vosotros/vosotras) habéis preferido | jullie hebben verkozen |
(ellos/ellas) han preferido | zij hebben verkiesd |
Bailar dansen Delen Gekopieerd!
Presente
Spaans | Nederlands |
---|---|
(yo) bailo | ik dans |
(tú) bailas | jij danst |
(él/ella) baila | hij/zij danst |
(nosotros/nosotras) bailamos | wij dansen |
(vosotros/vosotras) bailáis | jullie dansen |
(ellos/ellas) bailan | zij dansen |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Spaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.
Lesoverzicht: Vrijdagavond uit
In deze les leer je hoe je je voorkeuren en interesses uitdrukt wanneer je plannen maakt voor een vrijdagavond uit. Je oefent met belangrijke werkwoorden als preferir (verkiezen), encantar (erg leuk vinden) en gustar (leuk vinden) om activiteiten en plaatsen te bespreken.
Belangrijke thema's en woordenschat
- Activiteiten: bailar (dansen), cantar (zingen), salir (uitgaan), el baile (het dansfeest)
- Plekken voor uitgaan: el cine (de bioscoop), el teatro (het theater), el museo (het museum), el concierto (het concert)
Werkwoorden en constructies rond voorkeuren
Je oefent het gebruik van de werkwoorden preferir, encantar en gustar in eenvoudige zinnen en vragen, bijvoorbeeld:
- ¿Quieres salir al cine este viernes por la noche?
- Yo prefiero ir al teatro.
- A mí me encanta bailar después de cenar.
Praktische dialogen
De les bevat dialogen om gesprekken te oefenen over het plannen van etentjes, uitnodigingen voor de bioscoop en het samen beslissen over een activiteit. Hiermee leer je typisch dagelijks taalgebruik in sociale situaties.
Verschillen met het Nederlands en nuttige uitdrukkingen
In het Spaans wordt bij voorkeuren vaak gebruikgemaakt van persoonlijke voornaamwoorden als me, te, le in combinatie met werkwoorden als gustar en encantar, wat letterlijk betekent 'mij leuk zijn' of 'mij betoveren'. Dit vraagt in het Nederlands om een vrije vertaling naar 'ik vind leuk' of 'ik houd van'.
Voorbeelden van nuttige zinnen voor communicatie:
- ¿Quieres salir? – Wil je uitgaan?
- Prefiero ir al teatro. – Ik ga liever naar het theater.
- A mí me encanta bailar. – Ik vind dansen erg leuk.
- ¿Qué prefieres? – Wat verkies je?
Let erop dat in het Spaans het onderwerp vaak weggelaten wordt omdat de werkwoordsvorm deze aangeeft, terwijl in het Nederlands het onderwerp meestal expliciet benoemd wordt.