Comer (eten) - Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs) Delen Gekopieerd!

Comer - Vervoeging van eten in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, indicatief (Presente, indicativo).
Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Comer (eten) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Lesprogramma: Spaanse les - Alimentación diaria (Dagelijks eten)
Vervoeging van eten in de tegenwoordige tijd
Spaans | Nederlands |
---|---|
(yo) como | ik eet |
(tú) comes | jij eet |
(él/ella) come | hij/zij eet |
(nosotros/nosotras) comemos | wij eten |
(vosotros/vosotras) coméis | jullie eten |
(ellos/ellas) comen | zij eten |
Voorbeeldzinnen
Spaans | Nederlands |
---|---|
Yo como pan con queso por la mañana. | Ik eet 's ochtends brood met kaas. |
Tú comes la manzana muy rápido. | Jij eet de appel heel snel. |
Él come huevos con sal en casa. | Hij eet thuis eieren met zout. |
Nosotros comemos tostadas y café juntos. | Wij eten samen toast en koffie. |
Vosotros coméis naranja después del almuerzo. | Jullie eten sinaasappel na de lunch. |
Ellos comen leche y té cada día. | Zij drinken elke dag melk en thee. |