Decir (zeggen) - Imperativo, imperativo (Imperatief, imperatief) Delen Gekopieerd!

Decir - Vervoeging van zeggen in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de gebiedende wijs, gebiedende wijs tijd (Imperativo, imperativo).
Imperativo, imperativo (Imperatief, imperatief)
Alle vervoegingen en tijden: Decir (zeggen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Lesprogramma: Spaanse les - Decir tu nombre (Je naam zeggen)
Vervoeging van zeggen in gebiedende wijs
Spaans | Nederlands |
---|---|
No aplica | niet van toepassing |
Di! | Zeg |
Diga! | Zeggen! |
Digamos! | Laten we zeggen |
Decid! | zeg |
Voorbeeldzinnen
Spaans | Nederlands |
---|---|
No existe imperativo para 'yo'. | Er bestaat geen gebiedende wijs voor 'ik'. |
¡Di tu experiencia en el currículum! | Zeg je ervaring op het cv |
¡Diga si está seleccionado para el puesto! | Zeg of je geselecteerd bent voor de functie |
¡Digamos la verdad en la carta! | Jullie zeggen de waarheid in de brief! |
¡Decid con puntualidad en la entrevista! | Zeg op tijd in het interview |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
diga, di, digamos, no, decid
1.
... existe imperativo para 'yo'.
(Er bestaat geen gebiedende wijs voor 'ik'.)
2.
¡... con puntualidad en la entrevista!
(Zeg punctueel tijdens het interview!)
3.
¡... si está seleccionado para el puesto!
(Zeg of je voor de functie geselecteerd bent)
4.
¡... la verdad en la carta!
(Zeg de waarheid in de brief!)
5.
¡... tu experiencia en el currículum!
(Vertel je ervaring in het cv!)