Leer hoe je jezelf voorstelt in het Spaans met zinnen als ¿Cómo te llamas? en Me llamo María. Oefen ook met het spellen van namen en beleefde aanspreekvormen zoals señor en señora.
Luister- en leesmateriaal
Oefen woordenschat in context met echte materialen.
Woordenschat (15) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Zinnen herschikken
Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.
Oefening 2: Een woord matchen
Instructie: Kom de vertalingen overeen
Oefening 3: Clusteren van woorden
Instructie: Classificeer deze woorden in twee groepen, afhankelijk van of ze worden gebruikt om iemand aan te spreken of om te zeggen hoe mensen heten.
Formas de dirigirse a alguien (títulos y trato formal)
Palabras para decir o preguntar el nombre
Oefening 4: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
Un placer
Een genoegen
2
El apodo
De bijnaam
3
Escribir
Schrijven
4
El chico
De jongen
5
Presentarse
Zich voorstellen
Ejercicio 5: Gespreksoefening
Instrucción:
- Zeg de volledige naam en de achternaam van elke persoon. (Noem de volledige naam en de achternaam van elke persoon.)
- Speel een dialoog waarin je iemand naar hun naam vraagt en jezelf voorstelt. (Speel een dialoog waarin je iemand naar hun naam vraagt en jezelf voorstelt.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Oefening 6: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 7: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Me _____ Carlos y trabajo en una empresa internacional.
(Ik _____ Carlos en ik werk bij een internationaal bedrijf.)2. ¿Cómo te _____? Quiero saber tu nombre para presentarte a mis compañeros.
(Hoe _____ je? Ik wil je naam weten om je aan mijn collega's voor te stellen.)3. Mucho gusto, me _____: soy Ana y soy la nueva directora.
(Aangenaam, ik _____ me voor: ik ben Ana en ik ben de nieuwe directeur.)4. Nos _____ en la reunión para que todos nos conozcan.
(We _____ ons voor in de vergadering zodat iedereen ons kent.)Oefening 8: Je naam zeggen op kantoor
Instructie:
Werkwoordschema's
Llamarse - Heten
Presente
- yo me llamo
- tú te llamas
- él/ella/Ud. se llama
- nosotros/nosotras nos llamamos
- vosotros/vosotras os llamáis
- ellos/ellas/Uds. se llaman
Presentarse - Zich voorstellen
Presente
- yo me presento
- tú te presentas
- él/ella/Ud. se presenta
- nosotros/nosotras nos presentamos
- vosotros/vosotras os presentáis
- ellos/ellas/Uds. se presentan
Decir - Zeggen
Presente
- yo digo
- tú dices
- él/ella/Ud. dice
- nosotros/nosotras decimos
- vosotros/vosotras decís
- ellos/ellas/Uds. dicen
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Llamarse zich noemen Delen Gekopieerd!
Presente
Spaans | Nederlands |
---|---|
(yo) me llamo | ik heet |
(tú) te llamas | jij heet |
(él/ella) se llama | hij/zij heet |
(nosotros/nosotras) nos llamamos | wij noemen ons |
(vosotros/vosotras) os llamáis | jullie noemen je |
(ellos/ellas) se llaman | zij noemen zich |
Presentarse zich voorstellen Delen Gekopieerd!
Presente
Spaans | Nederlands |
---|---|
(yo) me presento | ik stel mij voor |
(tú) te presentas | jij stelt jezelf voor |
(él/ella) se presenta | hij/zij stelt zich voor |
(nosotros/nosotras) nos presentamos | wij stellen ons voor |
(vosotros/vosotras) os presentáis | jullie stellen je voor |
(ellos/ellas) se presentan | zij stellen zich voor |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Spaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.
Introductie tot jezelf voorstellen in het Spaans
In deze les leer je hoe je jezelf kunt voorstellen en vragen naar iemands naam in het Spaans. Dit is essentieel bij het beginnen van een gesprek, vooral op een werkplek of in sociale situaties. De les bevat basale uitdrukkingen en zinnen die je helpen om je naam te geven, te vragen naar de naam van anderen, en je achternaam te gebruiken.
Belangrijke thema's in deze les
- El primer día del trabajo: Hoe je jezelf kunt voorstellen op je eerste werkdag.
- Cómo presentarse en España: Specifieke manieren om je naam en achternaam te geven volgens Spaanse gewoonten.
- El alfabeto: De Spaanse letters en hoe je namen kunt spellen.
- La pronunciación: Basisregels voor uitspraak, belangrijk bij het vertellen en spellen van je naam.
Essentiële woorden en uitdrukkingen
Enkele veelgebruikte zinnen die in de les aan bod komen zijn:
¿Cómo te llamas? (Hoe heet jij?)
Me llamo María y soy de Madrid. (Ik heet María en ik kom uit Madrid.)
Mucho gusto, señor Pérez. (Aangenaam, meneer Pérez.)
¿Cuál es tu apellido? (Wat is jouw achternaam?)
Mi nombre es Carlos y mi apodo es Carlitos. (Mijn naam is Carlos en mijn bijnaam is Carlitos.)
Disculpe, señora, ¿puede deletrear su nombre, por favor? (Pardon mevrouw, kunt u uw naam spellen, alstublieft?)
Werkwoorden en grammatica
De les behandelt belangrijke reflexieve werkwoorden die je vaak gebruikt bij zelfvoorstelling, zoals llamarse (heeten, zich noemen), presentarse (zich voorstellen), en decir (zeggen). Hier zijn ze in de tegenwoordige tijd, belangrijk om te oefenen:
- yo me llamo
- tú te llamas
- él/ella/usted se llama
- nosotros/nosotras nos llamamos
- vosotros/vosotras os llamáis
- ellos/ellas/ustedes se llaman
Samenvatting van de mini-gesprekssituatie
In het voorbeeldgesprek stelt Ana zich voor op een werkvergadering en vraagt daarna de naam van haar collega's. Ze gebruikt de vragen ¿Cómo te llamas? en ¿Cómo se llaman tus hijos? De situatie toont hoe namen en begroetingen op een natuurlijke manier worden uitgewisseld.
Verschillen met het Nederlands en nuttige vergelijkingen
In tegenstelling tot het Nederlands gebruikt het Spaans reflexieve werkwoorden om te zeggen hoe iemand heet, bijvoorbeeld me llamo (letterlijk: ik noem mezelf). Dit is een belangrijke grammaticale constructie die je goed moet onthouden. Ook wordt in het Spaans vaak de beleefde vorm usted gebruikt, vooral bij oudere of onbekende personen, wat vergelijkbaar is met het Nederlandse 'u'.
Handige uitdrukkingen in vergelijking met het Nederlands:
Spaans: ¿Cómo te llamas? – Nederlands: Hoe heet jij?
Spaans: Mucho gusto – Nederlands: Aangenaam kennis te maken
Spaans: ¿Puede deletrear su nombre, por favor? – Nederlands: Kunt u alstublieft uw naam spellen?