Estar (zijn) - Pretérito imperfecto, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs) Delen Gekopieerd!

Estar - Vervoeging van zijn in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs (Pretérito imperfecto, indicativo).
Pretérito imperfecto, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Estar (zijn) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Lesprogramma: Spaanse les - Saludos y despedidas (Groeten en afscheid)
Vervoeging van estar in Pretérito imperfecto
Spaans | Nederlands |
---|---|
(yo) estaba | ik was |
(tú) estabas | jij was |
(él/ella) estaba | hij/zij was |
(nosotros/nosotras) estábamos | wij waren |
(vosotros/vosotras) estabais | jullie waren |
(ellos/ellas) estaban | zij waren |
Voorbeeldzinnen
Spaans | Nederlands |
---|---|
Estaba en la tienda de campaña viendo el cielo. | Ik was in de tent en keek naar de lucht. |
Estabas observando la luna y las estrellas juntos. | Jullie keken samen naar de maan en de sterren. |
Estaba contento con el mapa y la región. | Ik was tevreden met de kaart en de regio. |
Estábamos al aire libre cerca del océano enorme. | We waren buiten in de buurt van de enorme oceaan. |
Estabais mostrando el plano del camping a todos. | Jullie lieten iedereen de plattegrond van de camping zien. |
Estaban usando el saco de dormir bajo las estrellas. | Ze gebruikten de slaapzak onder de sterren. |