Oír (horen) - Pretérito indefinido, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs)

 Oír (horen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Oír - Vervoeging van Horen in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de verleden tijd, aantonende wijs (Pretérito indefinido, indicativo).

Pretérito indefinido, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Oír (horen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - Sentidos y percepción (Zintuigen en waarnemen)

Vervoeging van oír in Pretérito Indefinido

Spaans Nederlands
(yo) oí ik hoorde
(tú) oíste jij hoorde
(él/ella) oyó hij/zij hoorde
(nosotros/nosotras) oímos wij hoorden
(vosotros/vosotras) oísteis jullie hoorden
(ellos/ellas) oyeron zij hoorden

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
Yo oí las noticias actuales en la televisión. Ik hoorde het actuele nieuws op de televisie.
¿Tú oíste el reportaje del presentador ayer? Jij hoorde het verslag van de presentator gisteren.
Él oyó el programa mientras navegaba por internet. Hij luisterde naar het programma terwijl hij op internet surfte.
Nosotros oímos al reportero en las noticias. Wij hoorden de verslaggever in het nieuws.
Vosotros oísteis la reacción del público en el programa. Jullie hoorden de reactie van het publiek in het programma.
Ellos oyeron las noticias actuales en la radio. Ze hoorden het actuele nieuws op de radio.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

oyeron, oímos, oí, oísteis, oíste, oyó

1.
Nosotros ... al reportero en las noticias.
(Wij hoorden de verslaggever in het nieuws.)
2.
Él ... el programa mientras navegaba por internet.
(Hij luisterde naar het programma terwijl hij op internet surfte.)
3.
¿Tú ... el reportaje del presentador ayer?
(Heb jij gisteren de reportage van de presentator gehoord?)
4.
Yo ... las noticias actuales en la televisión.
(Ik hoorde het actuele nieuws op de televisie.)
5.
Ellos ... las noticias actuales en la radio.
(Ze hoorden het actuele nieuws op de radio.)
6.
Vosotros ... la reacción del público en el programa.
(Jullie hoorden de reactie van het publiek in het programma.)