Pedir (vragen) - Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs) Delen Gekopieerd!

Pedir - Vervoeging van vragen in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige, indicatieve tijd (Presente, indicativo).
Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Pedir (vragen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Lesprogramma: Spaanse les - Preguntar cosas (Dingen vragen)
Vervoeging van vragen in de tegenwoordige tijd
Spaans | Nederlands |
---|---|
(yo) pido | ik vraag |
(tú) pides | jij vraagt |
(él/ella) pide | hij/zij vraagt |
(nosotros/nosotras) pedimos | wij vragen |
(vosotros/vosotras) pedís | jullie vragen |
(ellos/ellas) piden | zij vragen |
Voorbeeldzinnen
Spaans | Nederlands |
---|---|
Yo pido ayuda cuando no entiendo la receta. | Ik vraag hulp wanneer ik het recept niet begrijp. |
¿Tú pides agua en el restaurante siempre? | Jij vraagt altijd om water in het restaurant. |
Él pide tapas caseras para la cena. | hij vraagt om zelfgemaakte tapas voor het avondeten |
Pedimos la mezcla de ingredientes para cocinar. | wij vragen de mix van ingrediënten om te koken |
¿Pedís pan y queso para la comida? | jullie vragen brood en kaas voor de maaltijd |
Ellos piden el menú y luego responden rápido. | Zij vragen het menu en antwoorden dan snel. |