Pensar (denken) - Subjuntivo presente, subjuntivo (Aanvoegende wijs tegenwoordige tijd, aanvoegende wijs) Delen Gekopieerd!

Pensar - Vervoeging van denken in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de aanvoegende wijs, aanvoegende verleden tijd (Subjuntivo presente, subjuntivo).
Subjuntivo presente, subjuntivo (Aanvoegende wijs tegenwoordige tijd, aanvoegende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Pensar (denken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Lesprogramma: Spaanse les - Lista de deseos (Bucketlist)
Vervoeging van pensar in Subjuntivo presente
Spaans | Nederlands |
---|---|
(yo) piense | ik denk |
(tú) pienses | jij denkt |
(él/ella) piense | hij/zij denkt |
(nosotros/nosotras) pensemos | wij denken |
(vosotros/vosotras) penséis | jullie denken |
(ellos/ellas) piensen | zij denken |
Voorbeeldzinnen
Spaans | Nederlands |
---|---|
Espero que yo piense en dejar el recado antes de colgar. | Ik hoop dat ik eraan denk om het bericht achter te laten voordat ik ophang. |
Es raro que tú pienses que el asunto es breve. | Het is vreemd dat jij denkt dat de zaak kort is. |
Es importante que él piense en instalar el programa actual. | Het is belangrijk dat hij eraan denkt om het huidige programma te installeren. |
Es necesario que nosotros pensemos en redactar la carta a mano. | Het is nodig dat wij erover nadenken de brief met de hand te schrijven. |
Es posible que vosotros penséis en transmitir el mensaje con claridad. | Het is mogelijk dat jullie eraan denken de boodschap duidelijk over te brengen. |
Es imprescindible que ellos piensen en la información impactante del telediario. | Het is essentieel dat zij nadenken over de schokkende informatie van het journaal. |