Quedar (afspreken) - Pretérito imperfecto, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs) Delen Gekopieerd!

Quedar - Vervoeging van Afspreken in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs (Pretérito imperfecto, indicativo).
Pretérito imperfecto, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Quedar (afspreken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Lesprogramma: Spaanse les - Días de la semana y partes del día. (Dagen van de week en dagdelen)
Vervoeging van afspreken in de onvoltooid verleden tijd
Spaans | Nederlands |
---|---|
(yo) quedaba | ik sprak af |
(tú) quedabas | jij sprak af |
(él/ella) quedaba | hij/zij sprak af |
(nosotros/nosotras) quedábamos | wij spraken af |
(vosotros/vosotras) quedabais | jullie spraken af |
(ellos/ellas) quedaban | zij spraken af |
Voorbeeldzinnen
Spaans | Nederlands |
---|---|
Yo quedaba con amigos para probar la moda. | Ik sprak af met vrienden om de mode uit te proberen. |
Tú quedabas elegante con esa blusa antigua. | Je stond elegant met die oude blouse. |
Él quedaba bien cuando se ponía la cazadora. | Hij stond goed als hij het jasje aan had. |
Nosotros quedábamos en el probador para probar ropa. | Wij spraken af in het pashokje om kleding te passen. |
Vosotros quedabais informales con esos calcetines. | Jullie zagen er informeel uit met die sokken. |
Ellos quedaban de moda llevando una gorra nueva. | Ze spraken af om modieus te zijn met een nieuwe pet. |