Teaching guidelines +/- 15 minutes
Conversation
1. | Noah: | Weet je, Emma, dit jaar wil ik meer leuke dingen doen, in elk seizoen. | (You know, Emma, this year I want to do more fun things in every season.) Show |
2. | Emma: | Het is nu pas januari, dus het is echt winter: koud en soms sneeuw. | (It is only January now, so it is really winter: cold and sometimes snow.) Show |
3. | Noah: | Als het ijs stevig is, wil ik schaatsen en daarna een warme kop thee drinken. | (If the ice is solid, I want to skate and then drink a warm cup of tea.) Show |
4. | Emma: | Dat klinkt leuk! En wat ga je in de lente doen? | (That sounds fun! And what are you going to do in spring?) Show |
5. | Noah: | In maart regent het vaak, maar in april en mei schijnt de zon meer. | (In March it often rains, but in April and May the sun shines more.) Show |
6. | Emma: | Dan ga ik graag fietsen, dat is fijn buiten in de zon. | (Then I like to cycle, that is nice outside in the sun.) Show |
7. | Noah: | In juni begint de zomer, het wordt warm en vaak droog. | (In June summer begins, it becomes warm and often dry.) Show |
8. | Emma: | In juli en augustus wil ik naar het strand van Scheveningen of misschien ga ik kamperen. | (In July and August I want to go to the beach of Scheveningen or maybe I will go camping.) Show |
9. | Noah: | Hoe zit het met de herfst? | (What about autumn?) Show |
10. | Emma: | In oktober en november ga ik graag wandelen in het bos, ook als het mistig is. | (In October and November I like to walk in the forest, even if it is misty.) Show |
11. | Noah: | En in december? Blijf je dan veel thuis? | (And in December? Do you stay home a lot then?) Show |
12. | Emma: | Ja, ik blijf soms binnen omdat het vroeg donker wordt, maar soms ga ik ook op skivakantie. | (Yes, I sometimes stay inside because it gets dark early, but sometimes I also go on a ski holiday.) Show |
Exercise 1: Discussion questions
Instruction: Discuss the questions after listening to the audio or reading through the text.
- Wat doet Noah in de zomer?
- Vertel alle plannen per seizoen.
- Wat zijn jouw favoriete activiteiten in elk seizoen?
- Zeg de maanden van elk seizoen.
What does Noah do in the summer?
Tell all the plans per season.
What are your favourite activities in each season?
Name the months of each season.