10K+ students - 4.8/5
Learn with a teacher Learning materials included Practise conversation
In de video krijg je een exclusieve rondleiding in een Amsterdamse keuken
In the video, you get an exclusive tour of a kitchen in Amsterdam

Exercise 1: Word bingo

Instruction: 1. Listen minimum two times to the video and indicate the words you hear. 2. Use the words to form a conversation with your teacher (write down your conversation). 3. Memorize the words with the word trainer.

Word Translation
de koelkast the refrigerator
de vriezer the freezer
de (combi)magnetron the (combo) microwave
de oven the oven
het koffiezetapparaat the coffee maker
het gourmetstel the raclette grill

Exercise 2: Text

Instruction: 1. Read the text in pairs. 2. Memorize the phrases by covering the translation.

Appartement in hartje Amsterdam

Apartment in the heart of Amsterdam
Welkom in mijn eerste eigen appartement! (Welcome to my first own apartment!)
In de badkamer staat de wasmachine en het strijkijzer voor mijn kleding. (I am Sam.)
In de keuken is een grote koelkast en een vriezer voor al mijn eten. (In the bathroom, there is the washing machine and the iron for my clothes.)
De combimagnetron gebruik ik om snel iets warms te maken als ik haast heb. (In the kitchen, there is a large refrigerator and a freezer for all my food.)
Ik heb ook een oven en een koffiezetapparaat, want ik bak graag en drink graag koffie. (I use the combi microwave to quickly make something warm when I am in a hurry.)
Op de kast staat mijn gourmetstel en een voorraad limonade. Willen jullie wat? (I also have an oven and a coffee maker, because I like to bake and drink coffee.)
De afwasmachine zet ik aan na elke maaltijd en er staat een stofzuiger. (On the cupboard is my gourmet set and a supply of lemonade. Would you like some?)
In de woonkamer is vloerverwarming. (I turn on the dishwasher after every meal and there is a vacuum cleaner.)
Alles is netjes en heeft een goede temperatuur. Zo kan ik fijn koken en leven. (There is underfloor heating in the living room.)

Exercise 3: Questions about the text

Instruction: Read the text above and choose the correct answer.

1. Welke apparaten gebruikt Sam om snel eten op te warmen?

(Which appliances does Sam use to quickly heat food?)

2. Wat zet Sam aan na elke maaltijd?

(What does Sam turn on after every meal?)

3. Welke apparaten staan in de badkamer?

(Which appliances are in the bathroom?)

4. Welk apparaat gebruikt Sam om de kamer schoon te maken na het koken?

(Which appliance does Sam use to clean the room after cooking?)

Exercise 4: Open conversation questions

Instruction: Discuss the following questions with your teacher using the vocabulary from this lesson, and write down your answers.

  1. Welke apparaten gebruikt Sam in de keuken en waarvoor?
    2. Which appliances does Sam use in the kitchen and for what?
  2. Waar staan de wasmachine en het strijkijzer in het appartement?
    3. Where are the washing machine and the iron located in the apartment?
  3. Welk apparaat zet Sam aan na elke maaltijd en waarom?
    4. Which appliance does Sam turn on after every meal and why?
  4. Heb jij ook een apparaat om warme dranken te maken? Vertel welk en waarom je het gebruikt.
    5. Do you also have an appliance to make hot drinks? Tell which one and why you use it.