Oefening 1: Woordbingo
Instructie: 1. Luister minimaal twee keer naar de video en geef de woorden aan die je hoort. 2. Gebruik de woorden om een gesprek te vormen met je docent (schrijf je gesprek op). 3. Memoriseer de woorden met de woordentrainer.
Woord |
---|
de koelkast |
de vriezer |
de (combi)magnetron |
de oven |
het koffiezetapparaat |
het gourmetstel |
Oefening 2: Tekst
Instructie: 1. Lees de tekst in tweetallen. 2. Leer de zinnen uit het hoofd door de vertaling af te dekken.
Appartement in hartje Amsterdam
Welkom in mijn eerste eigen appartement! |
In de badkamer staat de wasmachine en het strijkijzer voor mijn kleding. |
In de keuken is een grote koelkast en een vriezer voor al mijn eten. |
De combimagnetron gebruik ik om snel iets warms te maken als ik haast heb. |
Ik heb ook een oven en een koffiezetapparaat, want ik bak graag en drink graag koffie. |
Op de kast staat mijn gourmetstel en een voorraad limonade. Willen jullie wat? |
De afwasmachine zet ik aan na elke maaltijd en er staat een stofzuiger. |
In de woonkamer is vloerverwarming. |
Alles is netjes en heeft een goede temperatuur. Zo kan ik fijn koken en leven. |
Oefening 3: Vragen over de tekst
Instructie: Lees de bovenstaande tekst en kies het juiste antwoord.
1. Welke apparaten gebruikt Sam om snel eten op te warmen?
2. Wat zet Sam aan na elke maaltijd?
3. Welke apparaten staan in de badkamer?
4. Welk apparaat gebruikt Sam om de kamer schoon te maken na het koken?
Oefening 4: Openingsvragen voor gesprekken
Instructie: Bespreek de volgende vragen met je leraar met behulp van de woordenschat uit deze les, en schrijf je antwoorden op.
- Welke apparaten gebruikt Sam in de keuken en waarvoor?
- Waar staan de wasmachine en het strijkijzer in het appartement?
- Welk apparaat zet Sam aan na elke maaltijd en waarom?
- Heb jij ook een apparaat om warme dranken te maken? Vertel welk en waarom je het gebruikt.