10K+ studenten - 4.8/5
Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie
In Deutschland stehen 50 % der Menschen vor 7 Uhr auf. Fast 80 % stehen vor 8 Uhr auf. So sieht Lasse´s Morgenroutine aus...
In Duitsland staat 50% van de mensen voor 7 uur op. Bijna 80% staat voor 8 uur op. Zo ziet Lasse's ochtendroutine eruit...

Oefening 1: Woordbingo

Instructie: 1. Luister minimaal twee keer naar de video en geef de woorden aan die je hoort. 2. Gebruik de woorden om een gesprek te vormen met je docent (schrijf je gesprek op). 3. Memoriseer de woorden met de woordentrainer.

Woord Vertaling
meine Morgenroutine mijn ochtendroutine
ich stehe auf ik sta op
ich putze mir die Zähne ik poets mijn tanden
ich dusche ik neem een douche
ich ziehe mich an ik kleed me aan
das Frühstück het ontbijt

Oefening 2: Tekst

Instructie: 1. Lees de tekst in tweetallen. 2. Leer de zinnen uit het hoofd door de vertaling af te dekken.

Lasse´s normaler Morgen beginnt jeden Tag gleich:

Lasse's normale ochtend begint elke dag hetzelfde:
Meine Morgenroutine ist so: (Mijn ochtendroutine is als volgt:)
Ich stehe auf und putze mir die Zähne. (Ik sta op en poets mijn tanden.)
Dann dusche ich kalt. (Dan douche ik koud.)
Kalt duschen ist gut für das Immunsystem. (Koud douchen is goed voor het immuunsysteem.)
Ich ziehe mich an und gehe in die Küche. (Ik kleed me aan en ga naar de keuken.)
Dort mache ich mir Frühstück. (Daar maak ik ontbijt voor mezelf.)
Zuerst trinke ich einen kleinen Cappuccino. (Eerst drink ik een kleine cappuccino.)
Heute mache ich Rührei, manchmal esse ich auch Porridge. (Vandaag maak ik roerei, soms eet ik ook pap.)
Ich achte darauf, am Morgen viel Protein zu essen. (Ik let erop om 's ochtends veel eiwitten te eten.)

Oefening 3: Vragen over de tekst

Instructie: Lees de bovenstaande tekst en kies het juiste antwoord.

1. Was macht Lasse zuerst am Morgen?

(Wat doet Lasse als eerste in de ochtend?)

2. Warum duscht Lasse kalt?

(Waarom doucht Lasse koud?)

3. Was macht Lasse nach dem Duschen?

(Wat doet Lasse na het douchen?)

4. Was isst Lasse heute zum Frühstück?

(Wat eet Lasse vandaag als ontbijt?)

Oefening 4: Openingsvragen voor gesprekken

Instructie: Bespreek de volgende vragen met je leraar met behulp van de woordenschat uit deze les, en schrijf je antwoorden op.

  1. Was machst du zuerst, wenn du aufstehst?
    2. Wat doe je als eerste als je opstaat?
  2. Wie duschst du am liebsten und warum?
    3. Hoe douche je het liefst en waarom?
  3. Was isst du normalerweise zum Frühstück?
    4. Wat eet je meestal als ontbijt?
  4. Warum ist dir deine Morgenroutine wichtig?
    5. Waarom is je ochtendroutine belangrijk voor je?