Wandern (wandelen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen Delen Gekopieerd!
Vervoeging van wandern (wandelen) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.

Leermaterialen die dit werkwoord implementeren:
Niveau: A2
Module 3: Wochenendpläne (Weekendplannen)
Les 21: Einen Sonntagsspaziergang machen. (Op zondag een wandeling maken.)