Acheter (kopen) - Present, indicatif (Présent, indicatief)

 Acheter (kopen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Acheter - Verbuiging van kopen in het Frans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Present, indicatif).

Present, indicatif (Présent, indicatief)

Alle vervoegingen en tijden: Acheter (kopen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leerplan: Franse les - Prix et argent (Prijzen en geld)

vervoeging van kopen in de tegenwoordige tijd

Frans Nederlands
(je/j') j'achète ik koop
tu achètes jij koopt
il/elle/on achète hij/zij/men koopt
nous achetons wij kopen
vous achetez u koopt
ils/elles achètent zij kopen

Voorbeeldzinnen

Frans Nederlands
J'achète du pain à la boulangerie. Ik koop brood bij de bakkerij.
Tu achètes des yaourts au supermarché. jij koopt yoghurt in de supermarkt.
Elle achète du poulet à la boucherie. Zij koopt kip bij de slager.
Nous achetons les courses pour la semaine. Wij kopen de boodschappen voor de week
Vous achetez du poisson à la poissonnerie. U koopt vis bij de viswinkel.
Ils achètent des épices au marché. zij kopen kruiden op de markt