Confirmer (bevestigen) - Present, indicatif (Présent, indicatief) Delen Gekopieerd!
Confirmer - Vervoeging van bevestigen in het Frans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, bedrijvende wijs (Present, indicatif).
Present, indicatif (Présent, indicatief)
Alle vervoegingen en tijden: Confirmer (bevestigen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Leerplan: Franse les - Réservez votre hébergement (Boek uw accommodatie)
Verbuiging van bevestigen in de tegenwoordige tijd
| Frans | Nederlands |
|---|---|
| (je/j') confirme | ik bevestig |
| (tu) confirmes | jij bevestigt |
| (il/elle/on) confirme | hij/zij/men bevestigt |
| (nous) confirmons | wij bevestigen |
| (vous) confirmez | u bevestigt |
| (ils/elles) confirment | zij bevestigen |
Voorbeeldzinnen
| Frans | Nederlands |
|---|---|
| Je confirme la réservation de la chambre simple. | Ik bevestig de reservering van de eenpersoonskamer. |
| Tu confirmes si la demi-pension est incluse. | Je bevestigt of halfpension is inbegrepen. |
| Il confirme que l’hôtel est disponible. | Hij bevestigt dat het hotel beschikbaar is. |
| Nous confirmons la chambre double avec buffet. | Wij bevestigen de tweepersoonskamer met buffet. |
| Vous confirmez la date du voyage et l’hôtel. | U bevestigt de datum van de reis en het hotel. |
| Ils confirment la réservation d’un hôtel confortable. | Ze bevestigen de reservering van een comfortabel hotel. |