Contacter (contact opnemen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Vervoeging van contacter (contact opnemen) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.

 Contacter (contact opnemen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leermaterialen die dit werkwoord implementeren:

Niveau: A1

Module 1: Se présenter (Jezelf voorstellen)

Les 8: Adresse et coordonnées (Adres en contactgegevens)

Infinitif Participe passé
Contacter (contact opnemen) contacté (gecontacteerd)

Werkwoordsvervoegingen

Indicatif

Present 

Frans Nederlands
(je/j') contacte ik neem contact op
(tu) contactes jij neemt contact op
(il/elle/on) contacte hij/zij/men neemt contact op
(nous) contactons wij nemen contact op
(vous) contactez u neemt contact op
(ils/elles) contactent zij nemen contact op

Imparfait 

Frans Nederlands
(je/j') contactais ik nam contact op
(tu) contactais jij nam contact op
(il/elle/on) contactait hij/zij/men nam contact op
(nous) contactions wij namen contact op
(vous) contactiez u nam contact op
(ils/elles) contactaient zij namen contact op

Passé composé 

Frans Nederlands
(je/j') j'ai contacté ik heb contact opgenomen
tu as contacté jij hebt contact opgenomen
il/elle/on a contacté hij/zij/men heeft contact opgenomen
nous avons contacté we hebben contact opgenomen
vous avez contacté u hebt contact opgenomen
ils/elles ont contacté zij hebben contact opgenomen

Plus-que-parfait 

Frans Nederlands
(je/j') avais contacté ik had contact opgenomen
(tu) avais contacté jij had contact opgenomen
(il/elle/on) avait contacté hij/zij/men had contact opgenomen
(nous) avions contacté wij hadden contact opgenomen
(vous) aviez contacté u had contact opgenomen
(ils/elles) avaient contacté zij hadden contact opgenomen

Futur simple 

Frans Nederlands
(je/j') contacterai ik zal contact opnemen
(tu) contacteras jij zult contact opnemen
(il/elle/on) contactera hij/zij/men zal contact opnemen
(nous) contacterons wij nemen contact op
(vous) contacterez u zult contact opnemen
(ils/elles) contacteront zij nemen contact op

Futur antérieur 

Frans Nederlands
(je/j') aurai contacté ik zal contact hebben opgenomen
(tu) auras contacté jij zult contact opgenomen hebben
(il/elle/on) aura contacté hij/zij/men zal contact opgenomen hebben
(nous) aurons contacté wij zullen contact hebben opgenomen
(vous) aurez contacté jullie zullen contact hebben opgenomen
(ils/elles) auront contacté zij zullen contact opgenomen hebben

Conditionnel

Conditionnel présent 

Frans Nederlands
(je/j') contacterais ik zou contact opnemen
(tu) contacterais jij zou contact opnemen
(il/elle/on) contacterait hij/zij/men zou contact opnemen
(nous) contacterions wij zouden contact opnemen
(vous) contacteriez u zou contact opnemen
(ils/elles) contacteraient zij zouden contact opnemen

Conditionnel passé 

Frans Nederlands
(je/j') aurais contacté ik zou contact opgenomen hebben
(tu) aurais contacté jij zou contact opnemen
(il/elle/on) aurait contacté hij/zij/men zou contact hebben opgenomen
(nous) aurions contacté wij zouden contact hebben opgenomen
(vous) auriez contacté u zou contact hebben opgenomen
(ils/elles) auraient contacté zij zouden contact hebben opgenomen

Subjonctif

Subjonctif présent 

Frans Nederlands
(je/j') contacte ik contact opneem
(tu) contactes jij contact opneemt
(il/elle/on) contacte hij/zij/men neemt contact op
(nous) contactions wij contact opnemen
(vous) contactiez u contact opneemt
(ils/elles) contactent zij nemen contact op

Subjonctif passé 

Frans Nederlands
(je/j') aie contacté ik heb contact opgenomen
(tu) aies contacté jij hebt contact opgenomen
(il/elle/on) ait contacté hij/zij/men contact heeft opgenomen
(nous) ayons contacté wij contact hebben opgenomen
(vous) ayez contacté jullie/u hadden contact opgenomen
(ils/elles) aient contacté zij hebben contact opgenomen

Impératif

Impératif 

Frans Nederlands
N/A je neemt contact op
Contacte! Neem contact op