10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Entretenir (onderhouden) Delen Gekopieerd!

Vervoeging van entretenir (onderhouden) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.

Entretenir (onderhouden)

Leermaterialen die dit werkwoord implementeren:

Categorie: a1

Module 5: À la maison (Thuis)

Les 32: Meubles (Meubilair)

Infinitif	Participe passé
Entretenir (onderhouden)	entretenu (onderhouden)

Werkwoordsvervoegingen

Indicatif

Present

Frans	Nederlands
(je/j') j'entretient / je entretiens	ik onderhoud
tu entretiens	jij onderhoudt
il/elle/on entretient	hij/zij/men onderhoudt
nous entretenons	wij onderhouden
vous entretenez	u onderhoudt
ils/elles entretiennent	zij onderhouden

Imparfait

Frans	Nederlands
(je/j') entretenais	ik onderhield
(tu) entretenais	jij onderhield
(il/elle/on) entretenait	hij/zij/men onderhield
(nous) entretenions	wij onderhielden
(vous) entreteniez	u onderhoudt
(ils/elles) entretenaient	zij onderhielden

Passé composé

Frans	Nederlands
(je/j') j'ai entretenu	ik heb onderhouden
tu as entretenu	jij hebt onderhouden
il/elle/on a entretenu	hij/zij/men heeft onderhouden
nous avons entretenu	we hebben onderhouden
vous avez entretenu	u heeft onderhouden
ils/elles ont entretenu	zij hebben onderhouden

Plus-que-parfait

Frans	Nederlands
(je/j') j'avais entretenu	ik had onderhouden
tu avais entretenu	jij had onderhouden
il/elle/on avait entretenu	hij/zij/men had onderhouden
nous avions entretenu	wij hadden onderhouden
vous aviez entretenu	jullie hadden onderhouden
ils/elles avaient entretenu	zij hadden onderhouden

Futur simple

Frans	Nederlands
(je/j') j'entretiendrai	ik zal onderhouden
tu entretiendras	jij zult onderhouden
il/elle/on entretiendra	hij/zij/men zal onderhouden
nous entretiendrons	wij zullen onderhouden
vous entretiendrez	u zult onderhouden
ils/elles entretiendront	zij zullen onderhouden

Futur antérieur

Frans	Nederlands
(je/j') aurai entretenu	ik zal onderhouden hebben
(tu) auras entretenu	jij zult onderhouden hebben
(il/elle/on) aura entretenu	hij/zij/men zal onderhouden hebben
(nous) aurons entretenu	wij zullen onderhouden hebben
(vous) aurez entretenu	u zult onderhouden hebben
(ils/elles) auront entretenu	zij zullen onderhouden

Conditionnel

Conditionnel présent

Frans	Nederlands
(je/j') entretiendrais	ik zou onderhouden
(tu) entretiendrais	jij zou onderhouden
(il/elle/on) entretiendrait	hij/zij/men zou onderhouden
(nous) entretiendrions	wij zouden onderhouden
(vous) entretiendriez	u zou onderhouden
(ils/elles) entretiendraient	zij zouden onderhouden

Conditionnel passé

Frans	Nederlands
(je/j') j'aurais entretenu	ik zou onderhouden
tu aurais entretenu	jij zou onderhouden
il/elle/on aurait entretenu	hij/zij/men zou onderhouden hebben
nous aurions entretenu	wij zouden onderhouden
vous auriez entretenu	u zou onderhouden hebben
ils/elles auraient entretenu	zij zouden onderhouden

Subjonctif

Subjonctif présent

Frans	Nederlands
(je/j') entretiens	ik onderhoud
(tu) entretiens	jij onderhoudt
(il/elle/on) entretienne	hij/zij/men onderhoudt
(nous) entretenions	wij onderhouden
(vous) entreteniez	u onderhoudt
(ils/elles) entretiennent	zij onderhouden

Subjonctif passé

Frans	Nederlands
(je/j') que j'entretienne entretenu	ik onderhoud heb onderhouden
(tu) que tu entretiennes entretenu	jij hebt onderhouden
(il/elle/on) qu'il/elle/on entretienne entretenu	hij/zij/het onderhouden heeft
(nous) que nous entretenions entretenu	wij hebben onderhouden
(vous) que vous entreteniez entretenu	u dat u onderhouden hebt
(ils/elles) qu'ils/elles entretiennent entretenu	zij onderhouden

Impératif

Impératif

Frans	Nederlands
Entretiens!	Onderhoud!
Entretiens!	Onderhoud!