Étudier (studeren) - Present, indicatif (Présent, indicatief)

 Étudier (studeren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Étudier - Vervoeging van studeren in het Frans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Present, indicatif).

Present, indicatif (Présent, indicatief)

Alle vervoegingen en tijden: Étudier (studeren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leerplan: Franse les - Métiers et études (Beroepen en studies)

Vervoeging van studeren in de tegenwoordige tijd

Frans Nederlands
(je/j') j'étudie ik studeer
tu étudies jij studeert
il/elle/on étudie hij/zij/men studeert
nous étudions wij studeren
vous étudiez u studeert
ils/elles étudient zij studeren

Voorbeeldzinnen

Frans Nederlands
J'étudie pour devenir professeur. Ik studeer om leraar te worden.
Tu étudies l'histoire ou la médecine ? Bestudeer je geschiedenis of geneeskunde?
Il étudie le droit à l'université. Hij studeert rechten aan de universiteit.
Nous étudions ensemble tous les jours. We studeren elke dag samen.
Vous étudiez la langue française, n'est-ce pas ? U studeert Frans, nietwaar?
Ils étudient pour être journalistes demain. Ze studeren om morgen journalisten te zijn.