Organiser (organiseren)

Organiser (organiseren)

Leer het werkwoord "organiseren" te vervoegen in het Frans: tegenwoordige tijd, indicatief.

Present, indicatif (Présent, indicatief)

Alle vervoegingen en tijden: Organiser (organiseren)

Leerplan: Franse les - Jours de la semaine et parties de la journée (Dagen van de week en dagdelen)

Verbuiging van organiseren in de tegenwoordige tijd

Frans Nederlands
(je/j') j'organise ik organiseer
(tu) organises jij organiseert
(il/elle/on) organise hij/zij/men organiseert
(nous) organisons wij organiseren
(vous) organisez jullie organiseren
(ils/elles) organisent zij organiseren