10K+ studenten - 4.8/5
Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Photographier (fotograferen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Vervoeging van photographier (fotograferen) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.

Photographier (fotograferen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leermaterialen die dit werkwoord implementeren:

Niveau: A1

Module 6: La ville et le village (De stad en het dorp)

Les 41: Décrire les loisirs (Hobby's beschrijven)

Infinitif Participe passé
Photographier (fotograferen) photographié (gefotografeerd)

Werkwoordsvervoegingen

Indicatif

Present 

Frans Nederlands
(je/j') photographie ik fotografeer
(tu) photographies jij fotografeert
(il/elle/on) photographie hij/zij/men fotografeert
(nous) photographions wij fotograferen
(vous) photographiez jullie fotograferen
(ils/elles) photographient zij fotograferen

Imparfait 

Frans Nederlands
(je/j') photographiais ik fotografeerde
(tu) photographiais jij fotografeerde
(il/elle/on) photographiait hij/zij/men fotografeerde
(nous) photographiions wij fotografeerden
(vous) photographiiez u fotografeerde
(ils/elles) photographiaient zij fotografeerden

Passé composé 

Frans Nederlands
(je/j') j'ai photographié ik heb gefotografeerd
tu as photographié jij hebt gefotografeerd
il/elle/on a photographié hij/zij/men heeft gefotografeerd
nous avons photographié wij hebben gefotografeerd
vous avez photographié u hebt gefotografeerd
ils/elles ont photographié zij hebben gefotografeerd

Plus-que-parfait 

Frans Nederlands
(je/j') avais photographié ik had gefotografeerd
(tu) avais photographié jij had gefotografeerd
(il/elle/on) avait photographié hij/zij/men had gefotografeerd
(nous) avions photographié wij hadden gefotografeerd
(vous) aviez photographié u had gefotografeerd
(ils/elles) avaient photographié zij hadden gefotografeerd

Futur simple 

Frans Nederlands
(je/j') photographierai ik zal fotograferen
(tu) photographieras jij zult fotograferen
(il/elle/on) photographiera hij/zij/men zal fotograferen
(nous) photographierons wij zullen fotograferen
(vous) photographierez jullie zullen fotograferen
(ils/elles) photographieront zij zullen fotograferen

Futur antérieur 

Frans Nederlands
(je/j') aurai photographié ik zal gefotografeerd hebben
(tu) auras photographié jij zult gefotografeerd hebben
(il/elle/on) aura photographié hij/zij/men zal gefotografeerd hebben
(nous) aurons photographié wij zullen gefotografeerd hebben
(vous) aurez photographié jullie/zult hebben gefotografeerd
(ils/elles) auront photographié zij zullen gefotografeerd hebben

Conditionnel

Conditionnel présent 

Frans Nederlands
(je/j') photographierais ik zou fotograferen
(tu) photographierais jij zou fotograferen
(il/elle/on) photographierait hij/zij/men zou fotograferen
(nous) photographierions wij zouden fotograferen
(vous) photographieriez jullie zouden fotograferen
(ils/elles) photographieraient zij zouden fotograferen

Conditionnel passé 

Frans Nederlands
(je/j') aurais photographié ik zou gefotografeerd hebben
(tu) aurais photographié jij zou hebben gefotografeerd
(il/elle/on) aurait photographié hij/zij/men zou gefotografeerd hebben
(nous) aurions photographié wij zouden gefotografeerd hebben
(vous) auriez photographié u zou hebben gefotografeerd
(ils/elles) auraient photographié zij zouden gefotografeerd hebben

Subjonctif

Subjonctif présent 

Frans Nederlands
(je/j') photographie ik fotografeer
(tu) photographies jij fotografeert
(il/elle/on) photographie hij/zij/men fotografeert
(nous) photographiions wij fotograferen
(vous) photographiiez jullie fotograferen
(ils/elles) photographient zij fotograferen

Subjonctif passé 

Frans Nederlands
(je/j') que j'aie photographié ik heb gefotografeerd
(tu) que tu aies photographié jij hebt gefotografeerd
(il/elle/on) qu'il/elle/on ait photographié hij/zij/men heeft gefotografeerd
(nous) que nous ayons photographié wij hebben gefotografeerd
(vous) que vous ayez photographié jullie hebben gefotografeerd
(ils/elles) qu'ils/elles aient photographié zij hebben gefotografeerd

Impératif

Impératif 

Frans Nederlands
Photographie! fotografeer
Photographie! fotografeer