10K+ studenten - 4.8/5
Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Se connecter (inloggen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Vervoeging van se connecter (inloggen) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.

Se connecter (inloggen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leermaterialen die dit werkwoord implementeren:

Niveau: A2

Module 6: Au travail (Op het werk)

Les 43: Travail à distance ou au bureau ? (Thuiswerken of op kantoor?)

Infinitif Participe passé
Se connecter (inloggen) connecté (ingelogd)

Werkwoordsvervoegingen

Indicatif

Present 

Frans Nederlands
(je/j') me connecte ik log in
(tu) te connectes jij logt in
(il/elle/on) se connecte hij/zij/men logt in
nous connectons wij loggen in
vous connectez u logt in
(ils/elles) se connectent zij loggen in

Imparfait 

Frans Nederlands
(je/j') me connectais ik logde in
(tu) te connectais jij logde in
(il/elle/on) se connectait hij/zij/men logde in
nous connections wij logden in
vous connectiez jullie logden in / u logde in
(ils/elles) se connectaient zij logden in

Passé composé 

Frans Nederlands
(je/j') je me suis connecté(e)/connecté ik heb mij ingelogd
tu t'es connecté(e)/connecté jij bent ingelogd
il/elle/on s'est connecté(e)/connecté hij/zij/men is ingelogd
nous nous sommes connecté(e)s/connectés wij zijn ingelogd
vous vous êtes connecté(e)(s)/connecté(s) u bent ingelogd
ils/elles se sont connecté(e)s/connectés zij hebben ingelogd

Plus-que-parfait 

Frans Nederlands
(je/j') je m'étais connecté/se connecté ik was ingelogd
tu t'étais connecté/se connecté jij had ingelogd
il/elle/on s'était connecté/se connecté hij/zij/men was ingelogd
nous nous étions connectés/étions connectés wij waren ingelogd
vous vous étiez connectés/étiez connectés jullie waren ingelogd/u was ingelogd
ils/elles s'étaient connectés/se connectés zij waren ingelogd

Futur simple 

Frans Nederlands
(je/j') je me connecterai / j’me connecterai ik zal inloggen
tu te connecteras jij zal inloggen
il/elle/on se connectera hij/zij/men zal inloggen
nous nous connecterons wij zullen inloggen
vous vous connecterez u zult inloggen
ils/elles se connecteront zij zullen inloggen

Futur antérieur 

Frans Nederlands
(je/j') me serai connecté(e) ik zal zijn ingelogd
(tu) te seras connecté(e) jij zult ingelogd zijn
(il/elle/on) se sera connecté(e) hij zal zijn ingelogd
nous serons connecté(e)s wij zullen ingelogd zijn
vous serez connecté(e)(s) u zult ingelogd zijn
(ils/elles) se seront connecté(e)s zij zullen ingelogd zijn

Conditionnel

Conditionnel présent 

Frans Nederlands
(je/j') me connecter ik zou inloggen
(tu) te connecter jij zou inloggen
(il/elle/on) se connecter hij/zij/men zou inloggen
nous connecterions wij zouden inloggen
vous connecteriez u zou inloggen
(ils/elles) se connecteraient zij zouden inloggen

Conditionnel passé 

Frans Nederlands
(je/j') me serais connecté / connectée ik zou zijn ingelogd
(tu) te serais connecté / connectée jij zou zijn ingelogd
(il/elle/on) se serait connecté / connectée hij/zij/men zou zijn ingelogd
nous serions connectés / connectées wij zouden inloggen
vous seriez connecté / connectée / connectés / connectées u zou inloggen
(ils/elles) se seraient connectés / connectées zij zouden zijn ingelogd

Subjonctif

Subjonctif présent 

Frans Nederlands
(je/j') me connecte ik inlog
(tu) te connectes jij inlogt
(il/elle/on) se connecte hij/zij/men logt in
nous connections wij inloggen
vous connectiez u inlogt
(ils/elles) se connectent zij loggen in

Subjonctif passé 

Frans Nederlands
(je/j') que je me sois connecté / connectée ik dat ik me heb ingelogd
(tu) que tu te sois connecté / connectée jij dat je bent ingelogd
(il/elle/on) qu'il se soit connecté / connectée hij/zij/men dat hij ingelogd is
(nous) que nous nous soyons connectés / connectées wij dat wij zijn ingelogd
(vous) que vous vous soyez connecté(s) / connecté(es) jullie/u dat jullie/u ingelogd zijn
(ils/elles) qu'ils se soient connectés / connectées (zij) dat ze zijn ingelogd

Impératif

Impératif 

Frans Nederlands
Connectons-nous! log in!
Connecte-toi! log in