Trouver (vinden) - Present, indicatif (Présent, indicatief)

 Trouver (vinden) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Trouver - Vervoeging van vinden in het Frans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, indicatief (Present, indicatif).

Present, indicatif (Présent, indicatief)

Alle vervoegingen en tijden: Trouver (vinden) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leerplan: Franse les - Demander et donner des directions (Routebeschrijving vragen en geven)

Tegenwoordige tijd van het werkwoord vinden

Frans Nederlands
(je/j') je trouve / j'trouve ik vind/j'vind
tu trouves jij vindt
(il/elle/on) il trouve / elle trouve / on trouve hij vindt / zij vindt / men vindt
nous trouvons wij vinden
vous trouvez u vindt
(ils/elles) ils trouvent / elles trouvent zij vinden

Voorbeeldzinnen

Frans Nederlands
Je trouve la place juste devant le métro. Ik vind de plek precies voor de metro.
Tu trouves la direction à droite du panneau? Jij vindt de richting rechts van het bord
Il trouve le rond-point à côté de la banque. Hij vindt de rotonde naast de bank.
Nous trouvons tout droit la station de bus. wij vinden rechtdoor het busstation
Vous trouvez la pharmacie derrière la poste ? Vinden jullie de apotheek achter het postkantoor
Ils trouvent la route à gauche du garage. zij vinden de weg links van de garage