Aiutare (helpen) - Passato prossimo, indicativo (Perfectum, aantonende wijs)

 Aiutare (helpen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Aiutare - Vervoeging van helpen in het Italiaans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de voltooid tegenwoordige tijd, aanvoegende wijs (Passato prossimo, indicativo).

Passato prossimo, indicativo (Perfectum, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Aiutare (helpen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Syllabus: Italiaanse les - Malattia e dolori (Ziekte en pijn)

Vervoeging van helpen in de voltooid tegenwoordige tijd

Italiaans Nederlands
(io) ho aiutato ik heb geholpen
(tu) hai aiutato jij hebt geholpen
(lui/lei) ha aiutato hij/zij heeft geholpen
(noi) abbiamo aiutato wij hebben geholpen
(voi) avete aiutato jullie hebben geholpen
(loro) hanno aiutato zij hebben geholpen

Voorbeeldzinnen

Italiaans Nederlands
Ho aiutato mio amico con la febbre ieri. Ik heb mijn vriend met koorts geholpen gisteren.
Hai aiutato la tua mamma a prendere le medicine? Heb jij je moeder geholpen met het innemen van de medicijnen?
Ha aiutato il dottore con i sintomi dell'influenza. Hij/zij heeft de dokter geholpen met de griepverschijnselen.
Abbiamo aiutato la nonna con la malattia. Wij hebben de grootmoeder geholpen met de ziekte.
Avete aiutato il paziente con il mal di testa forte? Hebben jullie de patiënt met de stevige hoofdpijn geholpen?
Hanno aiutato i bambini con il raffreddore. Zij hebben de kinderen met verkoudheid geholpen.