Correre (rennen) - Passato prossimo, indicativo (Perfectum, aantonende wijs)

 Correre (rennen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Correre - Vervoeging van rennen in het Italiaans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de voltooid tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Passato prossimo, indicativo).

Passato prossimo, indicativo (Perfectum, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Correre (rennen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Syllabus: Italiaanse les - I tuoi animali domestici (Jouw huisdieren)

Verbuiging van rennen in de passato prossimo

Italiaans Nederlands
(io) ho corso ik heb gerend
(tu) hai corso jij hebt gerend
(lui/lei) ha corso hij/zij heeft gerend
(noi) abbiamo corso wij hebben gerend
(voi) avete corso jullie hebben gerend
(loro) hanno corso zij hebben gerend

Voorbeeldzinnen

Italiaans Nederlands
Ho corso con il cane al parco oggi. Ik heb vandaag met de hond in het park gerend.
Hai corso veloce con il gatto ieri? jij hebt gisteren snel gerend met de kat
Ha corso con l'uccello nel giardino. Hij/zij heeft gerend met de vogel in de tuin.
Abbiamo corso insieme con il coniglio fuori. Wij zijn samen met het konijn buiten gerend.
Avete corso lungo il guinzaglio lentamente. Jullie zijn langzaam langs de riem gerend.
Hanno corso e giocato con la tartaruga. Zij zijn gerend en hebben met de schildpad gespeeld.