Delegare (delegeren) - Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs) Delen Gekopieerd!

Delegare - Vervoeging van delegeren in het Italiaans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, in de aantonende wijs (Presente, indicativo).
Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Delegare (delegeren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Syllabus: Italiaanse les - Organizzazione e delegazione (Organisatie en delegatie)
Vervoeging van delegeren in de tegenwoordige tijd
Italiaans | Nederlands |
---|---|
(io) delego | ik delegeren |
(tu) delegi | jij delegeert |
(lui/lei) delega | hij/zij delegeert |
(noi) delegiamo | wij delegeren |
(voi) delegate | jullie delegeren |
(loro) delegano | zij delegeren |
Voorbeeldzinnen
Italiaans | Nederlands |
---|---|
Io delego l'incarico per completare il progetto. | Ik delegeer de opdracht om het project te voltooien. |
Tu delegi le responsabilità in modo efficace. | Jij delegeert verantwoordelijkheden op een effectieve manier. |
Lui delega la gestione del tempo all'agenda. | Hij delegeert het tijdbeheer aan de agenda. |
Noi delegiamo compiti per avere più autonomia. | Wij delegeren taken om meer autonomie te hebben. |
Voi delegate la valutazione secondo la priorità. | Jullie delegeren de beoordeling volgens de prioriteit. |
Loro delegano il sistema per migliorare la produttività. | Zij delegeren het systeem om de productiviteit te verbeteren. |