Festeggiare (vieren) - Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs) Delen Gekopieerd!

Festeggiare - Vervoeging van vieren in het Italiaans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Presente, indicativo).
Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Festeggiare (vieren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Syllabus: Italiaanse les - Dire la tua età (Je leeftijd zeggen)
Vervoeging van vieren in de tegenwoordige tijd
Italiaans | Nederlands |
---|---|
(io) festeggio | ik vier |
(tu) festeggi | jij viert |
(lui/lei) festeggia | hij/zij viert |
(noi) festeggiamo | wij vieren |
(voi) festeggiate | jullie vieren |
(loro) festeggiano | zij vieren |
Voorbeeldzinnen
Italiaans | Nederlands |
---|---|
Io festeggio il mio compleanno oggi. | Ik vier vandaag mijn verjaardag. |
Tu festeggi con la tua famiglia. | Jij viert met je familie. |
Lei festeggia il giorno del suo compleanno. | zij viert de dag van haar verjaardag |
Noi festeggiamo la festa con una torta. | Wij vieren het feest met een taart. |
Voi festeggiate l'anno nuovo insieme. | Jullie vieren het nieuwe jaar samen. |
Loro festeggiano con tanti auguri e regali. | Zij vieren met vele gelukwensen en cadeaus. |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
festeggio, festeggi, festeggiamo, festeggia, festeggiano, festeggiate
1.
Tu ... con la tua famiglia.
(Jij viert met je familie.)
2.
Io ... il mio compleanno oggi.
(Ik vier vandaag mijn verjaardag.)
3.
Voi ... l'anno nuovo insieme.
(Jullie vieren het nieuwe jaar samen.)
4.
Loro ... con tanti auguri e regali.
(Zij vieren met vele gelukwensen en cadeaus.)
5.
Noi ... la festa con una torta.
(Wij vieren het feest met een taart.)
6.
Lei ... il giorno del suo compleanno.
(Zij viert de dag van haar verjaardag)