Lavorare (werken) - Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

 Lavorare (werken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lavorare - Vervoeging van werken in het Italiaans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Presente, indicativo).

Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Lavorare (werken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Syllabus: Italiaanse les - Professioni e studi (Beroepen en studies)

vervoeging van werken in de tegenwoordige tijd

Italiaans Nederlands
(io) lavoro ik werk
(tu) lavori jij werkt
(lui/lei) lavora hij/zij werkt
(noi) lavoriamo wij werken
(voi) lavorate jullie werken
(loro) lavorano zij werken

Voorbeeldzinnen

Italiaans Nederlands
Io lavoro come insegnante nella scuola. Ik werk als leraar op school.
Tu lavori con il dottore in ospedale? Jij werkt met de dokter in het ziekenhuis
Lui lavora come ingegnere in città. Hij werkt als ingenieur in de stad.
Noi lavoriamo insieme al progetto importante. Wij werken samen aan het belangrijke project.
Voi lavorate molto durante la settimana. Jullie werken veel tijdens de week.
Loro lavorano come impiegati in banca. Zij werken als bankbedienden.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

lavori, lavoro, lavorate, lavoriamo, lavora, lavorano

1.
Lui ... come ingegnere in città.
(Hij werkt als ingenieur in de stad.)
2.
Voi ... molto durante la settimana.
(Jullie werken veel tijdens de week.)
3.
Tu ... con il dottore in ospedale?
(Jij werkt met de dokter in het ziekenhuis)
4.
Loro ... come impiegati in banca.
(Zij werken als bankbedienden.)
5.
Io ... come insegnante nella scuola.
(Ik werk als leraar op school.)
6.
Noi ... insieme al progetto importante.
(Wij werken samen aan het belangrijke project.)