Passare (voorbijgaan) - Passato prossimo, indicativo (Perfectum, aantonende wijs)

 Passare (voorbijgaan) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Passare - Vervoeging van voorbijgaan in het Italiaans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de voltooid tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Passato prossimo, indicativo).

Passato prossimo, indicativo (Perfectum, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Passare (voorbijgaan) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Syllabus: Italiaanse les - Servizi quotidiani (Dagelijkse diensten)

Voltooid tegenwoordige tijd van voorbijgaan

Italiaans Nederlands
(io) sono passato/a ik ben voorbijgegaan
(tu) sei passato/a jij bent voorbijgegaan
(lui/lei) è passato/a hij/zij is voorbijgegaan
(noi) siamo passati/e wij zijn voorbijgegaan
(voi) siete passati/e jullie zijn voorbijgegaan
(loro) sono passati/e zij zijn voorbijgegaan

Voorbeeldzinnen

Italiaans Nederlands