Riempire (vullen) - Passato prossimo, indicativo (Perfectum, aantonende wijs)

 Riempire (vullen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Riempire - Vervoeging van vullen in het Italiaans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de voltooid tegenwoordige tijd, indicatief (Passato prossimo, indicativo).

Passato prossimo, indicativo (Perfectum, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Riempire (vullen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Syllabus: Italiaanse les - Stoviglie (Servies)

Vervoeging van vullen in de voltooid tegenwoordige tijd

Italiaans Nederlands
(io) ho riempito ik heb gevuld
(tu) hai riempito jij hebt gevuld
(lui/lei) ha riempito hij/zij heeft gevuld
(noi) abbiamo riempito wij hebben gevuld
(voi) avete riempito jullie hebben gevuld
(loro) hanno riempito zij hebben gevuld

Voorbeeldzinnen

Italiaans Nederlands
Ho riempito la pentola con l'acqua. Ik heb de pan met water gevuld.
Hai riempito il bicchiere di succo? Heb jij het glas met sap gevuld
Ha riempito la ciotola con la zuppa calda. Hij/zij heeft de kom gevuld met de hete soep.
Abbiamo riempito la tavola per gli ospiti. Wij hebben de tafel voor de gasten gevuld.
Avete riempito i piatti con il cibo. Jullie hebben de borden met eten gevuld.
Hanno riempito le posate sulla tovaglia. Zij hebben het bestek op het tafelkleed gevuld.