Stare (blijven) - Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

 Stare (blijven) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Stare - Verbuiging van blijven in het Italiaans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, indicatief (Presente, indicativo).

Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Stare (blijven) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Syllabus: Italiaanse les - Famiglia (Familie)

Verbuiging van blijven in de tegenwoordige tijd

Italiaans Nederlands
(io) sto ik blijf
(tu) stai jij blijft
(lui/lei) sta hij/zij blijft
(noi) stiamo wij blijven
(voi) state jullie blijven
(loro) stanno zij blijven

Voorbeeldzinnen

Italiaans Nederlands
Io sto con la mia famiglia oggi. Ik blijf vandaag bij mijn familie.
Tu stai con tua madre adesso? Jij blijft nu bij je moeder
Lui sta vicino al padre ogni sera. Hij blijft elke avond bij zijn vader.
Noi stiamo insieme la domenica. Wij blijven samen op zondag.
Voi state a casa dei nonni spesso? Jullie blijven vaak bij de grootouders thuis.
Loro stanno con i figli nel giardino. Zij blijven met de kinderen in de tuin.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

stiamo, sta, stai, sto, state, stanno

1.
Tu ... con tua madre adesso?
(Jij blijft nu bij je moeder)
2.
Noi ... insieme la domenica.
(Wij blijven samen op zondag.)
3.
Io ... con la mia famiglia oggi.
(Ik blijf vandaag bij mijn familie.)
4.
Lui ... vicino al padre ogni sera.
(Hij blijft elke avond bij zijn vader.)
5.
Loro ... con i figli nel giardino.
(Zij blijven met de kinderen in de tuin.)
6.
Voi ... a casa dei nonni spesso?
(Jullie blijven vaak bij de grootouders thuis.)