Afstuderen (afstuderen) - Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs (Onvoltooid verleden tijd , aantonende wijs)

 Afstuderen (afstuderen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Afstuderen - Vervoeging van afstuderen in het Nederlands: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de voltooid verleden tijd, onvoltooid verleden tijd (Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs).

Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs (Onvoltooid verleden tijd , aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Afstuderen (afstuderen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Nederlandse les - Universitaire opleiding (Universitaire opleiding)

Vervoeging van afstuderen in onvoltooid verleden tijd (OVT)

Nederlands Nederlands
(ik) studeerde af / studeerde af (ik) studeerde af / studeerde af
(jij) studeerde af / studeerde af (jij) studeerde af / studeerde af
(hij/zij/het) studeerde af / studeerde af (hij/zij/het) studeerde af / studeerde af
(wij) studeerden af (wij) studeerden af
(jullie) studeerden af (jullie) studeerden af
(zij) studeerden af (zij) studeerden af

Voorbeeldzinnen

Nederlands Nederlands
Ik studeerde af met een relevant certificaat. Ik studeerde af met een relevant certificaat.
Jij studeerde af en stuurde het cv op. Jij studeerde af en stuurde het cv op.
Hij studeerde af vóór het sollicitatiegesprek. Hij studeerde af vóór het sollicitatiegesprek.
Wij studeerden af en verzonden de sollicitatiebrief. Wij studeerden af en verzonden de sollicitatiebrief.
Jullie studeerden af en behaalden werkervaring. Jullie studeerden af en behaalden werkervaring.
Zij studeerden af en werden geselecteerd voor de job. Zij studeerden af en werden geselecteerd voor de job.