Porównywać (vergelijken)

Porównywać (vergelijken)

Leer het werkwoord "vergelijken" te vervoegen in het Pools: tegenwoordige tijd, aantonende wijs

Czas teraźniejszy, tryb oznajmujący (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Porównywać (vergelijken)

Syllabus: Poolse les - Kształty i formy (Vormen en figuren)

Vervoeging van vergelijken in de tegenwoordige tijd

Pools Nederlands
(ja) porównuję ik vergelijk
(ty) porównujesz jij vergelijkt
(on/ona/ono) porównuje hij/zij/het vergelijkt
(my) porównujemy wij vergelijken
(wy) porównujecie jullie vergelijken
(oni/one) porównują zij vergelijken