10K+ studenten - 4.8/5
Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Gesprek

1. Tomás: Hola, ¿es tu primer día hoy? (Hallo, is het vandaag je eerste dag?) Show
2. Lina: Sí, es mi primer día. Me llamo Lina. ¿Y tú? (Ja, het is mijn eerste dag. Ik heet Lina. En jij?) Show
3. Tomás: Soy Tomás. Encantado. (Ik ben Tomás. Aangenaam.) Show
4. Lina: Igualmente. ¿De dónde eres? (Eveneens. Waar kom je vandaan?) Show
5. Tomás: Soy de Alemania. Soy alemán. ¿Y tú? (Ik kom uit Duitsland. Ik ben Duitser. En jij?) Show
6. Lina: Soy de Portugal. Soy portuguesa. (Ik kom uit Portugal. Ik ben Portugees.) Show
7. Tomás: ¿Vives en Portugal? (Woon je in Portugal?) Show
8. Lina: No, vivo en Zúrich, que es la capital de Suiza. ¿Y tú? (Nee, ik woon in Zürich, de hoofdstad van Zwitserland. En jij?) Show
9. Tomás: Yo vivo en Estocolmo, la capital de Suecia. (Ik woon in Stockholm, de hoofdstad van Zweden.) Show
10. Lina: ¿Dónde vive tu familia? (Waar woont je familie?) Show
11. Tomás: Mi familia vive en Francia. (Mijn familie woont in Frankrijk.) Show
12. Lina: ¿En qué ciudad viven? (In welke stad wonen ze?) Show
13. Tomás: En París, que es la capital del país. (In Parijs, de hoofdstad van het land.) Show
14. Lina: ¡París es una ciudad muy bonita! (Parijs is een heel mooie stad!) Show

Oefening 1: Discussievragen

Instructie: Bespreek de vragen nadat je naar de audio hebt geluisterd of de tekst hebt gelezen.

  1. ¿De dónde es Lina?
    2. Waar komt Lina vandaan?
  2. ¿Dónde vive Tomás ahora?
    3. Waar woont Tomás nu?
  3. ¿En qué ciudad de Francia vive la familia de Tomás?
    4. In welke stad in Frankrijk woont de familie van Tomás?
  4. ¿De dónde eres tú?
    5. Waar kom jij vandaan?
  5. ¿Dónde vive tu familia?
    6. Waar woont jouw familie?