Werken (arbeiten) - Onvoltooid toekomende tijd (OTTk), aantonende wijs (Futur I, indikativ) Teilen Kopiert!

Werken - Konjugation von arbeiten auf Niederländisch: Konjugationstabelle, Beispiele und Übungen im Futur II, Indikativ. (Onvoltooid toekomende tijd (OTTk), aantonende wijs).
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk), aantonende wijs (Futur I, indikativ)
Alle Konjugationen und Zeiten: Werken (arbeiten) - Verbkonjugation und Übungen
Lehrplan: Niederländischunterricht - Dagelijkse routines (Tägliche Routine)
Konjugation von arbeiten im unvollendeten Futur I
Niederländisch | Deutsch |
---|---|
(ik) zal gewerkt hebben / zal werken hebben | ich werde gearbeitet haben / werde gearbeitet haben |
(jij) zult gewerkt hebben / zult werken hebben | du wirst gearbeitet haben / du wirst arbeiten |
(hij/zij/het) zal gewerkt hebben / zal werken hebben | er wird gearbeitet haben / er wird gearbeitet haben |
(wij) zullen gewerkt hebben / zullen werken hebben | wir werden gearbeitet haben / werden arbeiten haben |
(jullie) zullen gewerkt hebben / zullen werken hebben | ihr werdet gearbeitet haben / ihr werdet arbeiten |
(zij) zullen gewerkt hebben / zullen werken hebben | sie werden gearbeitet haben / werden arbeiten |
Beispielsätze
Niederländisch | Deutsch |
---|---|
Ik zal gewerkt hebben aan de administratie straks. | Ich werde an der Verwaltung arbeiten. |
Jij zult gewerkt hebben voor de belastingcontrole. | Du wirst für die Steuerprüfung gearbeitet haben. |
Hij zal gewerkt hebben aan de nieuwe marketing. | Er wird an dem neuen Marketing gearbeitet haben. |
Wij zullen gewerkt hebben om winst te verhogen. | Wir werden gearbeitet haben, um den Gewinn zu erhöhen. |
Jullie zullen gewerkt hebben met het boekhoudprogramma. | Ihr werdet mit dem Buchhaltungsprogramm gearbeitet haben. |
Zij zullen gewerkt hebben als ondernemer in het bedrijf. | Sie werden als Unternehmer im Unternehmen gearbeitet haben. |