10K+ estudiantes - 4.8/5
Aprende con un profesor Materiales de aprendizaje incluidos Practicar conversación

Bestellen (pedir)

Conjugación de bestellen (pedir) para todos los tiempos verbales con frases de ejemplo y ejercicios.

Bestellen (pedir)

Materiales de aprendizaje que implementan este verbo:

Categoría: a1

Módulo 6: De stad en het dorp (La ciudad y el pueblo)

Lección 39: Eten bestellen en uit eten gaan (Pedir comida y salir a cenar)

Infinitief Voltooid deelwoord
Bestellen (Pedir) Besteld (Pedido)

Tiempos verbales

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Neerlandés Español
(ik) bestel yo pido
(jij) bestelt tú pides
(hij/zij/het) bestelt él/ella/usted pide
(wij) bestellen nosotros pedimos
(jullie) bestellen vosotros pedís
(zij) bestellen ella pide

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Neerlandés Español
(ik) bestelde yo pedí
(jij) bestelde / bestelde tú pediste
(hij/zij/het) bestelde él/ella pidió
(wij) bestelden nosotros pedimos
(jullie) bestelden vosotros pedisteis
(zij) bestelden ellos pidieron

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Neerlandés Español
(ik) heb besteld yo he pedido
(jij) hebt/bestelt besteld tú has pedido/pediste
(hij/zij/het) heeft besteld él/ella/eso ha pedido
(wij) hebben besteld nosotros hemos pedido
(jullie) hebben besteld vosotros habéis pedido
(zij) hebben besteld ellos han pedido

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Neerlandés Español
(ik) heb besteld yo he pedido
(jij) hebt besteld / hebt besteld tú has pedido
(hij/zij/het) heeft besteld él/ella/eso ha pedido
(wij) hebben besteld nosotros hemos pedido
(jullie) hebben besteld vosotros habéis pedido
(zij) hebben besteld ellos han pedido

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Neerlandés Español
(ik) zal bestellen hebben yo pediré
(jij) zult/bestelt bestellen hebben tú pedirás
(hij/zij/het) zal bestellen hebben él/ella/eso pedirá
(wij) zullen bestellen hebben nosotros pediremos
(jullie) zullen bestellen hebben vosotros vais a pedir
(zij) zullen bestellen hebben ellos pedirán

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Neerlandés Español
(ik) zal besteld hebben yo habré pedido
(jij) zult besteld hebben/zal besteld hebben tú habrás pedido
(hij/zij/het) zal besteld hebben él/ella/eso habrá pedido
(wij) zullen besteld hebben nosotros habremos pedido
(jullie) zullen besteld hebben vosotros habréis pedido
(zij) zullen besteld hebben ellos habrán pedido
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Neerlandés Español
(ik) zou bestellingen hebben/bestelling hebben yo pediría pedidos/pedido
(jij) zou bestellingen hebben/bestelling hebben tú pedirías pedidos/pedido
(hij/zij/het) zou bestellingen hebben/bestelling hebben él/ella/ello pediría pedidos
(wij) zouden bestellingen hebben/bestelling hebben nosotros pediríamos pedidos/pedido
(jullie) zouden bestellingen hebben/bestelling hebben vosotros pediríais pedidos/pedido
(zij) zouden bestellingen hebben/bestelling hebben ellos pedirían

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Neerlandés Español
(ik) zou besteld hebben yo habría pedido
(jij) zou besteld hebben tú habrías pedido
(hij/zij/het) zou besteld hebben él/ella/ello habría pedido
(wij) zouden besteld hebben nosotros habríamos pedido
(jullie) zouden besteld hebben vosotros habríais pedido
(zij) zouden besteld hebben ellos habrían pedido
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Neerlandés Español
Bestel! ¡Pide!