Schrijven (escribir) Compartir ¡Copiado!

Conjugación de schrijven (escribir) para todos los tiempos verbales con frases de ejemplo y ejercicios.

Materiales de aprendizaje que implementan este verbo:

Categoría: a1

Módulo 4: Objecten en mensen beschrijven (Describir objetos y personas.)

Lección 30: Ziekte en pijn (Enfermedad y dolor)

Infinitief	Voltooid deelwoord
Schrijven (Escribir)	Geschreven (Escrito)

Tiempos verbales

Aantonende wijs

Neerlandés	Español
(ik) zal geschreven hebben	yo habré escrito
(jij) zult geschreven hebben	tú habrás escrito
(hij/zij/het) zal geschreven hebben	él/ella/eso habrá escrito
(wij) zullen geschreven hebben	nosotros habremos escrito
(jullie) zullen geschreven hebben	vosotros habréis escrito
(zij) zullen geschreven hebben	ellos escribirán

Neerlandés	Español
(ik) zal/zou geschreven hebben	yo habré escrito/yo habría escrito
(jij) zult/zou geschreven hebben	tú habrás/escribirías escrito
(hij/zij/het) zal/zou geschreven hebben	él/ella/ello habrá escrito
(wij) zullen/zouden geschreven hebben	nosotros habremos/habríamos escrito
(jullie) zullen/zouden geschreven hebben	vosotros habréis escrito / vosotros habríais escrito
(zij) zullen/zouden geschreven hebben	ellos habrán escrito / ellos habrían escrito

Conditionele wijs

Neerlandés	Español
(ik) zou geschreven hebben	yo habría escrito
(jij) zou geschreven hebben	tú habrías escrito
(hij/zij/het) zou geschreven hebben	él/ella/ello habría escrito
(wij) zouden geschreven hebben	nosotros habríamos escrito
(jullie) zouden geschreven hebben	vosotros habríais escrito
(zij) zouden geschreven hebben	ellos habrían escrito

Imperatief (gebiedende wijs)

Neerlandés	Español
Schrijf!	¡Escribe!